4 Aansluiting van de leidingen
Algemeen
De leidingen moeten worden aangesloten volgens de
geldende normen en voorschriften. De F1255 kan
werken met een retourtemperatuur van maximaal 58
°C en een aanvoertemperatuur vanuit de warmtepomp
van 70 (65 °C met uitsluitend een compressor).
De F1255 is niet voorzien van externe afsluiters. Deze
moeten worden geïnstalleerd om toekomstig onder-
houd te vereenvoudigen.
LET OP!
Alle hoge punten in het afgiftesysteem moe-
ten worden voorzien van ontluchtingskleppen.
Voorzichtig!
Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,
moet het leidingsysteem worden doorge-
spoeld om te voorkomen dat componenten
beschadigd of verstopt raken door verontrei-
nigingen.
Symboolverklaring
Sym-
Betekenis
bool
Ontluchtingsklep
Afsluiter
Terugslagklep
Shunt-/regelafsluiter
Overstortventiel
Inregelklep
Temperatuurvoeler
Niveaureservoir
Expansievat
Drukmeter
P
Circulatiepomp
Vuilfilter
Hulprelais
Debietmeter (alleen voor Duitsland, Zwitserland
en Oostenrijk)
Compressor
Warmtewisselaar
12
Hoofdstuk 4 |
Aansluiting van de leidingen
Systeemschema
De F1255 bestaat uit een warmtepomp, boiler, elek-
trisch verwarmingselement, circulatiepompen en een
regelsysteem. De F1255 is aangesloten op het bron-
en verwarmingssysteem.
In de verdamper van de warmtepomp geeft de bron-
vloeistof (water vermengd met antivries, glycol of
ethanol) haar energie af aan het koudemiddel dat
wordt verdampt om in de compressor te worden ge-
comprimeerd. Het koudemiddel, waarvan de tempera-
tuur intussen is toegenomen, wordt naar de condensor
geleid, waar het haar energie aan het verwarmingssys-
teem en eventueel aan de boiler afgeeft. Indien er meer
vraag is naar verwarming/warmtapwater dan de
compressor kan leveren, vangt een geïntegreerde
elektrische bijverwarming dit op.
XL 1
Aansluiting, toevoer verwarmingssyteem
XL 2
Aansluiting, retour van verwarmingssysteem
XL 3
Aansluiting, koud water
XL 4
Aansluiting, warmtapwater
XL 6
Aansluiting, bronvloeistof in
XL 7
Aansluiting, bronvloeistof uit
NIBE™ F1255