Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Termen Gebruikt In Maaihoogtetabel - Toro EdgeSeries 03621 Gebruikershandleiding

Dpa maai-eenheid met messenkooi van 13 cm met 8 radiale messen, 8 voorwaarts gebogen messen,11 radiale messen of 11 voorwaarts gebogen messen
Verberg thumbnails Zie ook voor EdgeSeries 03621:
Inhoudsopgave

Advertenties

Termen gebruikt in
maaihoogtetabel
Maaihoogte-instelling
Dit komt overeen met de gewenste maaihoogte.
Basisinstelling maaihoogte
De basisinstelling van de maaihoogte is de hoogte
waarop de bovenrand van het ondermes is ingesteld
boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van
zowel de voorrol als de achterrol raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid.
Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte
zal de effectieve maaihoogte variëren afhankelijk van
het type gras, het seizoen en de toestand van de
grond. De instelling van de maai-eenheid (agressiviteit
van maaien, rollen, ondermessen, gemonteerde
werktuigen, gazoncompensatie-instellingen enz.)
heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte.
Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met
de Turf Evaluator, model 04399, om de gewenste
basisinstelling van de maaihoogte te bepalen.
Agressiviteit van maaistand
De agressiviteit van de maaistand van de
maai-eenheid heeft een duidelijke invloed op de
prestaties van de maai-eenheid. De agressiviteit van
de maaistand slaat op de hoek van het ondermes ten
opzichte van de grond
De beste instelling van de maai-eenheid hangt af
van de gazonomstandigheden en de gewenste
resultaten. Ervaring met het maaien van uw gazon
bepaalt de beste instellingen. U kunt de agressiviteit
van de maaistand aanpassen gedurende het gehele
maaiseizoen afhankelijk van hoe het gras erbij ligt.
In het algemeen is een laag tot normaal agressieve
instelling beter geschikt voor grassoorten voor het
warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras),
terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen
(bentgras, blue grass, ryegras) een normaal tot
hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog
agressieve instelling wordt meer gras gemaaid
doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras in
het ondermes trekt.
(Figuur
18).
1. Afstandsstukken, achter
2. Montageflens van zijplaat
Afstandsstukken, achter
Het aantal afstandsstukken achter bepaalt de
agressiviteit van de maaistand van de maai-eenheid.
Bij een bepaalde maaihoogte verhoogt de plaatsing
van extra afstandsstukken onder de montageflens
van de zijplaat de agressiviteit van de maai-eenheid.
U dient de maaistand van alle maaidekken op een
bepaalde machine dezelfde agressiviteit te geven
(aantal afstandsstukken achter, Toro onderdeelnr.
119-0626), want als dit niet het geval is, kan dit een
negatief effect op het maairesultaat hebben
18).
Kettingschakels
De plaats waar de hefarmketting vastzit, bepaalt de
steekhoek van de achterrol
1. Hefketting
2. U-beugel
Groomer
Dit is de aanbevolen maaihoogte als een groomer op
de maai-eenheid is gemonteerd.
14
Figuur 18
3. Agressiviteit van
maaistand
(Figuur
(Figuur
19).
Figuur 19
3. Onderste opening
g033036
g027264

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Edgeseries 03623Edgeseries 03624Reelmaster 5010 series

Inhoudsopgave