Onderhoud motor
Motorolie verversen/oliepeil
controleren
Voordat u de machine start, moet u het carter vullen met
ongeveer 0,6( ) liter olie die de juiste viscositeit heeft. De
motor gebruikt elk type hoogwaardige olie waaraan het
American Petroleum Institute – API – onderhoudsclassificatie
SE of hoger heeft verleend. De viscositeit van de olie –
gewicht – moet worden geselecteerd in overeenstemming met
de verwachte omgevingstemperatuur. Figuur 29 laat zien wat
de aanbevolen temperatuur/viscositeit is.
Figuur 29
Opmerking: Gebruik van multigrade-olie (5W-20, 10W-30
and 10W-40) zal leiden tot een hoger olieverbruik. Controleer
vaker het oliepeil als u multigrade-olie gebruikt.
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren
is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor
de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug
laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u
controleert. Als het olieniveau op of onder de "L"-markering
op de peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau bij
de "H"-markering te brengen. NIET TE VOL VULLEN.
Als het olieniveau zich tussen de "H"- en de "L"-markering
bevindt, hoeft er geen olie te worden bijgevuld.
1. Verwijder de transportwielen (indien aanwezig).
2. Plaats de machine zodanig dat de motor in een
horizontale positie is, en reinig de omgeving van de
oliepeilstok (Figuur 30).
1. Oliepeilstok
3. Verwijder de oliepeilstok door deze linksom te draaien
(Figuur 30).
4. Veeg de peilstok schoon en steek deze in de vulopening.
Draai de peilstok niet in de opening. Haal de peilstok
er vervolgens uit en controleer het oliepeil. Als het peil
te laag staat, vult u voldoende olie bij totdat het peil
tussen de H- en L-markering op de meter staat (Figuur
30). Controleer nogmaals het peil. Niet te vol vullen.
5. Plaats de oliepeilstok opnieuw en veeg eventueel
gemorste olie weg.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
1. Start de motor en laat deze enkele minuten lopen zodat
de motorolie warm wordt.
2. Plaats een opvangbak onder de aftapplug aan de
achterzijde van de machine (Figuur 30). Zet de
aftapplug los.
3. Duw de handgreep omlaag om de maaimachine en de
motor naar achteren te kantelen, zodat alle olie in de
opvangbak kan lopen.
4. Plaats de aftapplug terug en vul het carter weer met de
voorgeschreven olie; zie Oliepeil controleren.
27
1
2
g018270
Figuur 30
2. Aftapplug
Figuur 31