8. Aardingsweerstandmeting
Dit toestel kan de aardingsweerstanden meten van distributielijnen,
interne bedrading en elektrische apparatuur.
Geen ingangssignalen aanleggen van meer dan 300V tussen de
meetklemmen tijdens een aarspanningsmeting.
Geen spanning aanleggen tussen de meetklemmen tijdens een
aardingsweerstandmeting.
8-1 Meetprincipe
Dit
toestel
spanningsvalmethode.
aardingsweerstandtester
aardingssystemen (met voldoende lage aardingsweerstand), zoals
metalen
buizen
gemeenschappelijke aarding voor een voeding en een bliksemafleider op
gebouwen. De metingen zijn gebaseerd op de 2-polige meetmethode.
Een constante AC stroom "I"
wordt aangelegd tussen het
meetobject "Rx" (aardelektrode)
en de bestaande elektrode "re" om
de aardingsweerstandwaarde "Rx +
re" te verkrijgen en de spanning "V"
tussen de E en
H+S(C+P) klemmen te bepalen.
Zie Fig. 8-1.
Rx + re = V / I
De weerstand "re" van de bestaande aardingselektrode waarmee de
H+S(C+P) klem verbonden is, wordt toegevoegd aan de werkelijke
weerstand "Rx" van het meetobject en weergegeven als meetresultaat.
Re (gemeten waarde) = Rx + re
Als de waarde van "re" reeds gekend is, trek deze dan af van de gemeten
waarde "Re" om de "Rx" waarde te bepalen.
Rx (werkelijke weerstandwaarde) = Re – re
doet
aardingsweerstandmetigen
Het
die
onder
de
GEVAAR
is
gebruikmaakt
grond
(bv
C o n s t a n t c u r r e n t
g e n e r a t o r
E
t e r m i n a l
E a r t h i n g s y s t e m
u n d e r t e s t
gebaseerd
een
vereenvoudigde
van
de
hoofdwaterleiding),
S e c o n d a r y
I →
V o l t m e t e r
H + S ( C + P )
t e r m i n a l
E a r t h e l e c t r o d e
op
de
bestaande
de
P r i m a r y
Fig.8-1