Creator 2048
5.10 Timing
U kunt de timing voor een fade-in en fade-out voor elke scène apart instellen. De fades hebben alleen
gevolgen voor de HTP-kanalen (intensiteit). Er is een aparte LTP-timer waarmee u bewegingen kunt
timen. LTP-kanalen die tijdens het patchen zijn ingesteld op de directe stand negeren de LTP -fadetijden.
01) Druk op <Time/Mode> (Tijd/Stand).
02) Druk op de Playback-knop van de playback waarvoor u de timing wilt instellen.
03) Het menu bestaat uit twee pagina's. Druk op <Up> of <Down> om te bladeren. Selecteer de
gewenste optie en pas de data aan met draaiknop V.
04) Druk tweemaal op <Enter> om op te slaan en af te sluiten, of druk tweemaal op <Exit> (Afsluiten) om
af te sluiten zonder op te slaan.
Het effect van de tijden wordt weergegeven in de grafiek hierboven.
De timing die u instelt wordt beïnvloed door de scènestand:
●
Mode 0 – Timinggegevens worden niet gebruikt. De HTP-kanalen faden met de Playback-
schuifregelaars, tussen 0-100%.
●
Mode 1 – De kanalen faden volgens de HTP- en LTP-fadetijden (behalve LTP-kanalen in directe
stand). Als u timing instelt voor een scène met stand 0, wordt die automatisch gewijzigd in stand 1.
Als de HTP-timing nul is, faden de HTP-niveaus met de schuifregelaar.
●
Mode 2 – HTP-kanalen faden volgens de ingestelde HTP-timing of met de schuifregelaar als de tijd is
ingesteld op nul. LTP-kanalen worden bestuurd door de positie van de schuifregelaar (behalve
kanalen in de directe stand). De initiële data van een LTP-kanaal zijn de data voordat de
schuifregelaar omhoog wordt geschoven. Zet de LTP-fadetijd op nul in deze stand.
●
Mode 3 – HTP-kanalen faden volgens de ingestelde HTP-timing of met de schuifregelaar als de tijd is
ingesteld op nul. LTP-kanalen worden bestuurd door de positie van de schuifregelaar (behalve
kanalen in de directe stand). De initiële data van een LTP -kanaal zijn nul. Zet de LTP-fadetijd op nul in
deze stand.
Bestelcode: 50732
25