4. Problemen oplossen
Het papierformaat wijzigen
Voorzorgsmaatregelen bij het wijzigen van papierformaat
• Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze
verwondt.
• Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.
• Als u het papierformaat heeft gewijzigd, zorg dan ook voor de juiste papierinstellingen in het menu
Gebruikerstools. Als u dit niet doet, dan kan er papier vastlopen. Zie Pag.28 "Lade
papierinstellingen".
• Om papierstoringen te voorkomen, moet u het papier loswaaieren voordat u het plaatst.
• Maak omgekruld of gevouwen papier recht voordat u het plaatst.
• Voor meer informatie over papierformaten en papiersoorten, raadpleegt u Pag.59 "Aanbevolen
papierformaten en -types".
Het papierformaat in de papierlades wijzigen
De papierformaatinstelling wordt voor elke papierlade op dezelfde wijze gewijzigd.
In het volgende voorbeeld wordt de papierformaatinstelling van lade 1 veranderd.
• Controleer of de rand van het papier aan de rechterzijde is uitgelijnd.
• Schuif de zijwanden tot ze zijn uitgelijnd met de zijden van het papier en vergrendel de zijwanden
daarna. Indien er ruimte overblijft tussen de zijgeleiders en het papier, kan dit leiden tot een slechte
uitlijning van het beeld.
• Als een papierlade te hard dicht geduwd wordt, kunnen de zijwanden van de lade van hun plaats
raken.
• Wanneer u een klein aantal vellen plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de zijgeleiders niet te ver
naar binnen drukt. Als de zijgeleiders te strak tegen het papier aan worden gezet, kunnen er
vouwen in de randen komen of kan het papier verkeerd worden ingevoerd.
46