4.5
MAANFASE
De weergave van de maanfase wordt
bepaald door de tijd en datum van het
basisstation. In de volgende tabel worden
de maanfasesymbolen voor het noordelijk
en zuidelijk halfrond uitgelegd. Raadpleeg
sectie 4.3.1voor meer informatie over het
instellen van het zuidelijk halfrond.
4.6 ONTVANGST VAN HET RADIOSIGNAAL VAN DE SENSOR
1. Het basisstation toont de signaalsterkte voor de draadloze sensor(en) zoals weergegeven
in de volgende tabel:
2. Als de verbinding wordt onderbroken en niet binnen 15 minuten wordt hersteld, verdwijnt
het signaalsymbool. Voor temperatuur en luchtvochtigheid wordt "Er" weergegeven voor het
corresponderende kanaal.
3. Als het signaal zich niet binnen 48 uur 'herstelt', wordt "Er" permanent weergegeven. Vervang
vervolgens de batterijen en druk op de knop [ SENSOR / WLAN] om de verbinding met de
sensor te herstellen.
4.7 KAMERTEMPERATUUR-, LUCHTVOCHTIGHEID-EN OPTIONELE LUCHTSENSOREN
4.7.1 OVERZICHT
1. Weergave van de signaalsterkte (voor
optionele sensoren)
2. Indicator voor het batterijniveau (voor
7-in1 en optionele sensoren)
3. Buitentemperatuur / indexwaarde
4. Luchtvochtigheid buiten
5. Kanaalnummer (CH)
6. Symbool voor automatische
kanaalwissel
7. Temperatuurindex
Geen signaal
Zwak signaal
Noordelijk
halfrond
Nieuwe maan
Eerste kwartier
Wassende halve
Tweede kwartier
Volle maan
Derde kwartier
Afnemende halve
Laatste kwartier
Goed signaal
1
2
5
6
7
20
Maanfase
Zuidelijk
halfrond
maan
maan
3
4