7.1.2 TERUGSTELLING
De terugstelling van de begrenzer gebeurt automatisch,
alleen bij indirecte ketels, wanneer het apparaat afkoelt
WAARSCHUWING: Als de veiligheidsthermostaat onklaar
gemaakt wordt, komt de garantie te vervallen
D
S
T
7.2. VOORZIENINGEN
DRUKCONTROLE
Indirecte uitvoering:
• Onderdrukklep met ontluchting "D": regelt de druk in de
tussenruimte, en waarborgt dat de lucht die het bevat naar
buiten komt tijdens het verwarmen. Verder laat hij lucht
binnen in de tussenruimte tijdens de afkoeling, wanneer
de druk onder de atmosferische waarde daalt.
• Veiligheidsklep "S": grijpt in door de stoom uit de
tussenruimte naar buiten af te voeren als de druk in de
buurt komt van 0,5 bar.
8.
VOORDA T DE INST ALLA TIEHANDELINGEN
WORDEN VOL TOOID
Alle verbindingen met water en zeep controleren om u ervan
te verzekeren dat er geen gaslekkages zijn. Geen open
vlam gebruiken om gaslekkages op te sporen. Alle branders
aansteken, zowel afzonderlijk als tegelijk, om de correcte
werking van de gaskleppen, de gaspitten en de ontsteking
te controleren. Voor elke brander de regelaar van de vlam op
de laagste afstelling zetten, zowel afzonderlijk als tegelijk;
na voltooiing van deze handelingen dient de installateur de
gebruiker in te lichten over de correcte gebruikswijze. Indien
het apparaat niet goed werkt, nadat alle controles zijn
uitgevoerd, contact opnemen met de plaatselijke
assistentiedienst.
70
L
VOOR
DE