1.3.1 INTERLOCK
Het gasventiel heeft een veiligheidsvoorziening die, als de
waakvlambrander onopzettelijk uitgaat, voorkomt dat hij
onmiddellijk opnieuw kan worden aangestoken (gedurende
ongeveer 60 seconden) Zodoende kan het gas dat zich eventueel
heeft verzameld wegstromen, voor een grotere veiligheid.
• Om de hoofdbrander te ontsteken, draai de knop van de stand
"ontsteking waakvlam" op de stand "vlam".
OPMERKING! In noodgevallen kan de waakvlambrander met
de hand worden ontstoken door een vlam bij het gaatje "S" te
houden en de knop "V" in de stand "Ontsteking waakvlam"
ingedrukt te houden.
Uitschakeling
• Druk de knop "V" gedeeltelijk in en draai hem uit de stand
"vlam" in de stand "ontsteking waakvlam" als u de
waakvlam aan wilt houden voor volgende bereidingen;
• Druk de knop "V" gedeeltelijk in en draai hem op de stand
"uit" om het apparaat uit te zetten.
1.4. ELEKTRISCHE MODELLEN
• Bedien de knop van de schakelaar om het apparaat in te
schakelen en selecteer het bereidingsvermogen met de
regelaar "A".
Uitschakeling
• Schakel het apparaat uit door de schakelaar in de uit-
stand te zetten.
1.5. KOKEN
• Vul de ketel (controleer bij de indirecte uitvoeringen het
waterniveau in de tussenruimte);
• Ontsteek de brander (alleen gasuitvoeringen);.
• Zet de knop "A" op het gewenste vermogen, al naar gelang
de hoeveelheid en de kwaliteit van het voedsel dat gekookt
moet worden. De gebruiksstanden zijn:
0
: Verwarming bak uitgeschakeld;
1...5
: Stand voor laag - gemiddeld vermogen;
6...8
: Stand voor gemiddeld - hoog vermogen;
I
: Stand voor maximaal vermogen;
Let op! Als er een ander vermogensniveau dan "I" wordt
gekozen, houdt dat in dat de verwarming wordt uitgeschakeld
en weer wordt ingeschakeld Hierdoor wordt energie bespaard
zonder dat het consequenties heeft voor het koken.
• Indirecte uitvoering: voer bij elke inschakeling van het
apparaat de lucht uit de tussenruimte af na 10/15 minuten,
door de afvoerklep "D" in te drukken Hierdoor wordt de
optimale druk in de tussenruimte gewaarborgd (betere
bereiding en energiebesparing) doordat de interne lucht
naar buiten gelaten wordt.
• Schakel de elektrische voeding na de bereiding uit door
de knop "A" in de "uit"-stand te zetten, en zet de
waakvlambrander uit (alleen voor gasuitvoeringen).
• Maak de ketel leeg door de afvoeropening "B" te openen,
en maak hem schoon.
Let op! Voor een geringere slijtage en om te voorkomen
dat de afvoeropening "B" kapot gaat, moet deze regelmatig
(eenmaal per week) worden gesmeerd met spijsvet.
72
VII. REINIGING
PAS OP!
Alvorens reinigingswerkzaamheden te gaan uitvoeren, moet
de elektrische voeding van het apparaat worden afgekoppeld.
1. BUITENKANT
GESATINEERDE STALEN OPPERVLAKKEN (dagelijks)
• Maak alle stalen oppervlakken schoon: het vuil kan ge-
makkelijk en moeiteloos worden verwijderd als het zich
pas net gevormd heeft.
• Verwijder vuil, vet, kookresten van de stalen oppervlak-
ken op een lage temperatuur; gebruik hiervoor zeepsop,
met of zonder reinigingsmiddel, en een doek of spons.
Maak alle gereinigde oppervlakken na afloop goed droog.
• Als vuil, vet of voedselresten opgedroogd zijn, wrijf hen
dan weg met een doek/spons in de richting van de
satinering en spoel de doek vaak uit: door tijdens het
wrijven ronde bewegingen te maken loopt u de kans dat
vuilresten op doekje of spons de satinering van het staal
beschadigen.
•
IJzeren voorwerpen zouden het staal kunnen vernielen
of beschadigen: beschadigde oppervlakken worden snel-
ler vuil en zijn eerder onderhevig aan corrosie.
•
Herstel de satinering, indien nodig.
DOOR WARMTE ZWART GEWORDEN OPPERVLAKKEN
(wanneer nodig)
Door blootstelling aan hoge temperaturen kunnen donkere
ringen ontstaan. Hier is geen sprake van beschadiging; dit
kan verholpen worden door de aanwijzingen van de vorige
paragraaf op te volgen.
2. OVERIGE OPPERVLAKKEN
AUTOMATISCHE TOEVOERINSTALLATIE (om de 6 maanden)
Controleer de installatie en de sondes door daar waar nodig
eventuele afzetting te reinigen met zuivere azijn of met een
oplossing van een chemisch reinigingsmiddel (1/3) en water
(2/3). Dit moet worden gedaan door een gespecialiseerd
technicus.
BAKKEN/VERWARMDE HOUDERS (dagelijks)
Maak de bakken of de houders van de apparaten schoon
met
kokend
water,
(ontvettingsmiddel) is toegevoegd. Gebruik de (optionele of
bijgeleverde) accessoires die in de lijst worden vermeld, om
opgehoopt vuil of voedselafzettingen te verwijderen.
WAARSCHUWING – Bij elektrische apparaten moet zorg-
vuldig worden vermeden dat er water binnendringt op de
elektrische componenten: infiltraties kunnen kortsluiting en
lekstroomverschijnselen veroorzaken, waardoor de beveili-
gingen van het apparaat worden ingeschakeld.
waaraan
eventueel
soda