Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

TFA 35.1049 Handleiding pagina 30

Inhoudsopgave

Advertenties

Alarmregelstand van windrichting
1) Druk op de ALARM-knop om in normale tijdalarm te komen
2) Blijf op de ALARM-toets drukken totdat de alarmregelstand van de
windrichting bereikt is.
3) Houd de SET-knop ingdrukt en voer de waarden van de windrichting
in.
4) Kies met de PLUS(+) of MINUS (-) toetsen de gewenste windrichting
en bevestig of annuleer de ingevoerde waarde aan met de SET-
knop.
5) Druk ter bevestiging op de ALARM-knop en druk op de MIN/MAX
knop om terug te keren naar de normale weergavestand of druk
nogmaals op ALARM om te verspringen naar een andere
alarmregelstand.
Alarmregelstand van stormwaarschuwing
In tegenstelling tot de andere weeralarmen wordt het alarm van de
stormwaarschuwing ingesteld door als volgt de handbediende
regelstand te betreden:
1) Druk op de SET-knop om in de handbediende regelstand te komen
2) Blijf op de SET-knop drukken totdat het icoon van de
stormwaarschuwing gaat knipperen (tendenspijltje knippert naar
beneden met knipperende luchtdrukwaarden)
3) Bepaal de gewenste hPa luchtdrukwaarde (3 hPa - 9 hPa) met de
PLUS(+) of MINUS(-) toetsen.
4) Druk ter bevestiging op de MIN/MAX toets en keer terug naar het
normale infoscherm.
Alarm stormwaarschuwing AAN/UIT
De eerstvolgende stand die verschijnt na het bepalen van het
alarmstand van de stormwaarschuwing en het drukken op de SET knop
is de stormwaarschuwing AAN/UIT. Gebruik de PLUS(+) of MINUS (-)
knop om de status te wijzigen van AON of AOFF. Standaardwaarde is
UIT:
Als de luchtdruk gedurende een periode van 6 uur net zoveel of meer
daalt dan de ingestelde hPa-waarde, dan gaat het prognosepijltje
knipperen ten teken dat er mogelijk storm op komst is. Het basisstation
doet voor referentie om het uur metingen. De indicator van de
stormwaarschuwing houdt op met knipperen zodra de luchtdruk
stabieler wordt.
150

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave