Radiografisch gestuurde tijdsignalen kunnen op de gewenste
•
positie ontvangen worden.
Basisstation
Het basisstation kan met twee uitvouwbare standaards aan de
achterkant van het toestel op een plat oppervlak worden geplaatst, of op
de gewenste locatie worden opgehangen aan de gaatjes achterop het
toestel. Het is van belang te controleren of het 433MHz (bij gebruik
draadloze verbinding) en DCF77 radiografische tijdsignaal ontvangen
kunnen worden, alvorens de toestellen permanent te bevestigen. Als
het basisstation geen 433MHz-weergegevens van de sensoren vertoont,
verplaats de toestellen dan. Zodra de signalen goed ontvangen worden
kan het systeem worden opgehangen. Zorg er bij snoerverbinding voor
dat alle gewenste locaties bereikt kunnen worden, alvorens de
toestellen permanent vast te maken.
Windsensor aan een mast bevestigen
Windvaantje
Windwaaier
Zorg er allereerst voor dat de windwaaier en windvaantje onbelemmerd
kunnen rond draaien alvorens het toestel te bevestigen. Voor correcte
en precieze registraties is het van belang de sensor zodanig te
bevestigen dat de voorkant (gemarkeerd met E) in oogstwestelijke
richting wijst. De windsensor kan vervolgens met de meegeleverde
schroef worden opgehangen aan de mast zodat de wind ongehinderd
van alle richtingen rond de sensor kan bewegen (ideale mast is
Ø16mm – Ø33mm).
Sluit het snoer van de windsensor, zodra deze aan de mast is
vastgemaakt, aan op de corresponderende ingang van de
Mast
133