6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Basisinstelling - tank-
vorm
Basisinstelling - demping
Basisinstelling - linearisa-
tiecurve
Basisinstelling - sen-
sor-TAG
28
Naast het medium kan ook de tankvorm de meting beïnvloeden.
Om de sensor op deze meetomstandigheden aan te passen, geeft
dit menupunt afhankelijk van de keuze voor vloeistof of stortgoed,
verschillende mogelijkheden. Bij "Vloeistof" zijn dit "Opslagtank",
"Standpijp", "Open container" of "Roerwerktank", bij "Stortgoed",
"Silo" of "Bunker".
Tankvorm
Opslagtank
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Om variaties in de meetwaarde-aanwijzing bijv. door onrustige
mediumoppervlakken te onderdrukken, kan een demping worden
ingesteld. Deze tijd mag tussen 0 en 999 seconden liggen. Let erop,
dat daarmee echter ook de reactietijd van de gehele meting groter
wordt en de sensor op snelle meetwaardeveranderingen vertraagd
reageert. In de regel is een tijd van enkele seconden voldoende, om
de meetwaarde-aanwijzing verregaand te stabiliseren.
Demping
0 s
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet
lineair toeneemt met de vulhoogte - bijv. bij een liggende cilindrische
tank of een kogeltank - en de aanwijzing of uitsturing van het volume
gewenst is. Voor deze tanks zijn bijbehorende linearisatiecurves op-
genomen. Deze geven de verhouding tussen het procentuele niveau
en het tankvolume aan. Door activering van de passende curve wordt
het procentuele tankvolume correct aangewezen. Indien het volume
niet in procenten, maar bijvoorbeeld in liters of kilogram moet worden
aangewezen, kan ook nog een schaalverdeling onder het menupunt "
Display" worden ingesteld.
Linearisatiecurve
Lineair
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
In dit menupunt kan aan de sensor een eenduidige naam worden
gegeven, bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In
digitale systemen en voor de documentatie van grotere installaties
moet voor een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een
eenduidige naam worden ingevoerd.
OPTISOUND 3020 C • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART