1
Draai de functiekiezer tot de indicatie
naast het gewenste pictogram staat:
Rd-=.HC+.
Weergeven opnamegegevens in de opnamestand
De weergave op de LCD-monitor verandert bij elke druk op de DISPLAY-knop.
Normale weergave
Bij het aanzetten van de camera verschijnen
de opnamegegevens.
1 Flitsfunctie
3 Scherpstelfunctie
5 Scherpstelkader
7 Aantal resterende
opnamen
8 Datum en tijd
9 Indicatie batterijniveau
Histogramweergave
De helderheidsverdeling van de opname wordt
weergegeven. Langs de horizontale as van het
histogram staat de helderheid (donkerst aan de
linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs
de verticale as het aantal pixels.
1 Witbalans (White Balance)
2 Opnamepixels (Recorded Pixels)
3 Kwaliteitsniveau (Quality Level)
4 Gevoeligheid (Sensibility)
5 Histogram
6 Lichtmeting voor automatische belichting (AE Metering)
Rasterweergave
Er verschijnt een raster dat als hulp kan worden gebruikt
bij het bepalen van de beelduitsnede.
2 Transportfunctie
4 Opnamestand
6 Indicatie geheugenstatus
? SD-geheugenkaart
Y Status
geheugenkaartbeveiliging
@ Intern geheugen
(geen kaart)
Indicatie
1 2 3
4
5
6
0 9 / 1 0 / 2 0 0 5
0 9 / 1 0 / 2 0 0 5
0 9 / 1 0 / 2 0 0 5
1 0 : 2 5
1 0 : 2 5
1 0 : 2 5
9
8
1
6
5
7
11 11 11
4
2 3
11 11 11
2816
2816
2816
AWB
AWB
AWB
AUTO
AUTO
AUTO
4
47