1
Weergavestand (Playback Mode)
1
DISPLAY-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1blz.95)
Hiermee selecteert u alle opnamen die moeten worden afgedrukt of beveiligd op
het DPOF-scherm en het scherm voor beveiliging. (1blz.102, blz.107)
2
i Wisknop
Verwijdert de opname die wordt weergegeven op de LCD-monitor. (1blz.98)
3
Q Weergaveknop
De opnamestand activeren. (1blz.34)
4
Zoom /f/y knop
Druk op y tijdens de normale weergave om de weergave van negen opnamen
tegelijk te activeren. Druk op y tijdens de normale weergave voor een uitvergrote
weergave. (1blz.96)
Druk op Zoom/f/y tijdens de zoomweergave om de grootte van de
zoomweergave van de opname op de LCD-monitor te wijzigen.
5
0 knop
Hiermee roept u het Help-scherm op in de functie -.
6
Vierwegbesturing
(2) Hiermee geeft u een video-opname weer en onderbreekt u de
weergave.(1blz.94)
Hiermee start u het afspelen van een gesproken memo.(1blz.90)
(45)Geeft de vorige of volgende opname weer. (1blz.34)
(3) Hiermee roteert u de opname wanneer u op de knop drukt tijdens
de weergave van foto's. (1blz.35)
Hiermee stopt u het afspelen van video-opnamen of gesproken memo's.
(1blz.90, 94)
7
OK-knop
Hiermee stelt u een menuonderdeel in. (1blz.39)
Hiermee start u het opnemen of afspelen van een gesproken memo.
8
MENU-knop
De menu's [A Rec.Mode], [Q Playback] en [B Set-up] oproepen. (1blz.39)
Bij een druk op de knop Q Weergave wordt de opnamestand niet geactiveerd wanneer
de camera was ingeschakeld in de stand Alleen Weergeven. Om van de weergavestand
naar de opnamestand te gaan, drukt u op de aan/uit-knop om de camera uit te zetten en
drukt u nogmaals op de knop om de camera weer aan te zetten.
2
3
4
5
6
7
8
3
37