•
In de spreekknopmodus moet u de telefoon op een afstand van ongeveer
10 – 30 cm voor uw gezicht houden en in de richting van de telefoon spreken.
•
Houd de telefoon niet dichtbij uw oor wanneer de telefoon in de
speakerphone-modus of radiomodus staat.
•
Houd de antenne niet vast terwijl de telefoon in gebruik is. Wanneer u de
antenne vasthoudt, gaat de geluidskwaliteit achteruit en kan de telefoon
meer energie verbruiken zodat spreek- en standby-tijd korter worden.
VERZORGING EN VERVANGING VAN DE ANTENNE
•
Buig de antenne niet. De antenne is kwetsbaar en buigen vermindert de
prestaties.
•
Gebruik de telefoon niet als de antenne beschadigd is. Breng uw telefoon
voor reparatie naar een erkend servicecentrum.
•
Gebruik geen antenne die bestemd is voor een ander type dan de telefoon
die u gekocht hebt. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of
bevestigingen kunnen de telefoon beschadigen en een inbreuk op de
geldende regels inhouden. De garantie is dan niet meer van toepassing en
Ericsson kan niet garanderen dat de telefoon waterdicht is.
BATTERIJ
•
De telefoon is niet waterdicht als de batterij verwijderd is.
•
Gebruik de telefoon niet met een defecte batterij. Gebruik alleen de voor
de telefoon bestemde Ericsson-batterij.
AUTORIJDEN
Informeer naar de wetten en voorschriften voor het gebruik van autotelefoons
in het gebied waarheen u reist. Als u uw mobiele telefoon tijdens het rijden
gebruikt:
•
Concentreer u op de weg.
•
Gebruik de handsfree-voorziening, indien beschikbaar.
•
Verlaat de weg en parkeer voordat u iemand belt of u een gesprek
aanneemt, als de omstandigheden op de weg dit vereisen.
RF-energie kan invloed hebben op enkele elektronische systemen in auto's.
Daarnaast verbieden sommige autofabrikanten het gebruik van mobiele
telefoons in hun auto's. Informeer bij de vertegenwoordiging van de fabrikant
van uw auto of uw telefoon de elektronische systemen van uw voertuig niet
beïnvloedt.
Richtlijnen voor veilig en efficiënt gebruik
121