Algemeen
De draadloze afstandsbediening
geeft te allen tijde de waarde voor
vochtigheid en temperatuur weer.
Alleen bij het optreden van een
storing worden de waarden niet
meer weergegeven.
Afhankelijk van welke functie op
dat moment actief is, verschijnt
een of meerdere symbolen in het
midden van het display.
Gebruiker-setup-menu
Voor het oproepen van het ge-
bruiker-setup-menu de Enter-toets
gedurende 3 seconden indrukken.
Hier kan met de Omhoog- en
Omlaag-toets tussen de symbolen
van de draadloze afstandsbediening
worden geschakeld, voor zover de
overeenkomstige optie direct op de
besturingsprintplaat van "OF" op
een waarde werd ingesteld. Voor het
instellen van deze waarden dient u
de pagina's 11 en 12 te lezen.
Symbolen van het Gebruiker-setup-menu
Externe verwarming
Ontvochtiging
Met de Links- en Rechts-toets
kunnen de parameterwaarden
worden ingesteld.
Met de Enter-toets wordt de
parameter als nieuwe ingestelde
waarde bevestigd. Door het beves-
tigen schakelt de afstandsbedie-
ning weer terug naar het symbool
resp. wordt het menu beëindigd.
Om het gebruiker-setup-menu te
verlaten, mag gedurende 10 se-
conden geen toets op de afstands-
bediening worden ingedrukt.
Installateur-setup-menu
Voor het oproepen van het instal-
lateur-setup-menu de Rechts-toets
gedurende 5 seconden indrukken.
Hier kan naar alle vier menuopties
worden teruggegrepen. Ook hier
moet eerst op de besturingsprint-
plaat de desbetreffende optie van
"OF" op een waarde worden
ingesteld om de toegang mogelijk
te maken.
Symbolen van het installateur-
setup-menu
Externe verwarming
Ontvochtiging
Externe ventilator
Onderhoudsinterval
Foutmeldingen
De foutmeldingen komen overeen
met de alarmmeldingen, die het
apparaat ook kan weergeven
op de besturingsprintplaat.
Om de alarmmelding duidelijk te
maken, wordt bij de draadloze
afstandsbediening aanvullend het
storingssymbool weergegeven.
Voorbeelden van foutmeldingen
Sensorstoring
Te hoge druk
gedetecteerd
In principe kunnen de foutmel-
dingen alleen via het bedienings-
front van de besturingsprintplaat
worden bevestigd. Er is altijd een
nauwkeurige controle van het
apparaat en een bevestiging na
het succesvol verhelpen van het
probleem vereist.
Als een fout actief is, kan in het
setup-menu geen wijziging van
de ingestelde waarde worden
uitgevoerd.
Foutprioriteit
Als het gebeurt dat gelijktijdig
meerdere fouten optreden, wordt
alleen de fout met de hoogste
prioriteit weergegeven.
Foutprioriteit
HP
hoge prioriteit
LP
SEnS
Abt
AbrH
lage prioriteit
AANWIJZING
De foutmeldingen niet simpel-
weg bevestigen zonder eerst de
oorzaak te hebben vastgesteld.
Onderhoudsmelding
De onderhoudsmelding kan ten
opzichte van de andere foutmel-
dingen via de draadloze afstands-
bediening worden bevestigd of
gereset. Het gaat hierbij om een
puur informatieve melding.
Onderhoudsmelding
Voor het instellen van de nieuwe
onderhoudsinterval gaat u als volgt
te werk.
1. De Rechts-toets gedurende
5 seconden indrukken om het
installateurmenu op te roepen.
2. De Omhoog- en Omlaag-toets
gebruiken en naar het onder-
houdssymbool navigeren.
3. Met de Rechts- en Links-toets
de waarde 0 wijzigen in het ge-
wenste onderhoudsinterval.
4. Met de Enter-toets bevestigt
u het nieuwe onderhoudsinterval.
19