wandopening aanwezige
kanaalaansluiting van de
nevenruimte hier verbinden.
De meegeleverde
■
wandafstandhouder in de
onderste hoeken van het
apparaat lijmen.
De meegeleverde wandconsole
■
op de wand in de nevenruimte
monteren en het apparaat
hieraan ophangen.
De verbinding op de in de wand
■
reeds gemonteerde kanaalaan-
sluitingen vindt plaats middels
de op de apparaataansluitsteu-
nen aanwezige zelfafdichtende
profiellippen.
Plaatsing van de wandconsole met als voorbeeld het apparaat SLN 65
Plaatsing van de condenswaterafvoer
Het apparaat mag niet in directe
■
nabijheid van verwarmingsele-
menten of andere warmtebron-
nen worden gemonteerd.
De ruimte die ontvochtigd moet
■
worden, dient altijd afgesloten
te zijn van de ruimte daarbuiten.
Open ramen, deuren, enz. en
■
het herhaald betreden en verla-
ten van de ruimte dient zoveel
mogelijk te worden vermeden.
Voor het verkrijgen van de be-
■
stmogelijke ruimteluchtpassage
door de ontvochtiger moeten
de toevoerlucht- en afvoerlucht-
openingen vrij zijn.
Wandconsole
in detail
Alle gegevens in mm
430
Alle gegevens in mm
Condenswaterafvoer
De condenswaterafvoer bevindt
zich aan de onderzijde van het
apparaat.
De condensafvoer wordt op de
meegeleverde afvoersteunen
aangesloten.
Een vaste of flexibele ½"
verloopverbinding kan hierop
worden gemonteerd.
De afvoerslang moet altijd
■
met een verval van ten minste
2% zijn geplaatst, zodat het
water ongehinderd uit de
opvangschaal kan wegstromen.
Als alternatief kan ook een
■
condenspomp op het apparaat
worden gemonteerd en hiermee
kan het eventuele condenswater
naar een hogergelegen afvoer
worden gepompt.
Voor een afvoer door de wand zijn
■
voor de montage van het apparaat
overeenkomstige maatregelen,
bijv. boorgaten, aangebracht voor
een juiste condensafvoer.
De plaatsing van de
■
afvoeraansluiting kunt u vinden
in de tekening hiernaast.
Toegang tot de besturing
Na het openen van de vergrende-
ling aan de onderzijde de frontplaat
verwijderen. De deksel verticaal om-
hoog tillen en vervolgens horizontaal
van het apparaat trekken.
De besturing bevindt zich achter
de bovenste afdekking van de
binnenste behuizingsdelen boven
de compressor.
Toegang tot de besturing door het
verwijderen van de 2 schroeven
aan het front van de binnenste
behuizingsdelen.
11