Installatie
Vloeistoftoevoerleiding
Vloeistoftoevoerleiding
Vloeistoftoevoerleiding
1. Sluit een geaarde, flexibele vloeistofslang (E) aan op
de ANSI-/DIN-pompvloeistofinlaatflens (L) van 38 mm
(1,5 inch). Zie
Het systeem aarden, page
2. Als de inlaatvloeistofdruk naar de pomp hoger is dan
25% van de uitgaande werkdruk, komen de kogels
van de terugslagventielen niet snel genoeg op de
zittingen, wat een inefficiënte werking van de pomp
tot gevolg heeft. Bovenmatige druk op de vloeistof bij
de inlaat vermindert de levensduur van het membraan
ook. Ongeveer 0,02–0,03 MPa (0,21–0,34 bar, 3-5 psi)
moet voldoende zijn voor de meeste materialen.
3. Voor informatie over de maximale zuighoogte (nat en
droog), zie
Technische informatie, page
beste resultaat te verkrijgen, moet u de pomp altijd zo
dicht mogelijk bij de materiaalbron installeren. Beperk
de zuigvereisten tot een minimum voor maximale
pompprestaties.
12
10.
22. Om het
Vloeistofuitlaatleiding
Vloeistofuitlaatleiding
Vloeistofuitlaatleiding
1. Sluit een geaarde, flexibele vloeistofslang (H) aan op
de ANSI-/DIN-pompvloeistofuitlaatflens (M) van 38 mm
(1,5 inch). Zie
Het systeem aarden, page
2. Installeer een vloeistofaftapventiel (F) dicht bij de
vloeistofuitlaat.
3. Installeer een afsluitventiel (G) in de
vloeistofuitlaatleiding.
10.
334395D