Olietank en brander
Olietank en brander
Brandstof
Vullen van de olietank
Branderinstelling
Stookkamer en toevoer
van verse lucht
Inbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
Onderhoud van de
brander
42
De MultiJet
mag enkel met stookolie eL volgens de norm DIN 51 603 en zwave-
®
larm / SN 181 160 / 2 Olienorm C 1109 gebruikt worden. Daarbij moet erop gelet
worden dat de stookolie eL vrij is van asvormende, metaalhoudende additieven.
De meeste stookolie eL standaard-olietypes voldoen aan deze vereisten, maar
in geval van twijfel moet u dit navragen en laten bevestigen.
Bij het vullen van de olietank moet de installatie met de AAN/UIT-schakelaar aan de
verwarmingsketel steeds uitgeschakeld worden. Hij mag pas na een wachttijd van
ca. 2 uur terug ingeschakeld worden. Het vullen van de stookolietank moet door de
olieleverancier gecontroleerd worden. Wij zijn niet verantwoordelijk voor het overlopen
van tanks.
Uw Hoval-brander werd in de fabriek op het ketelvermogen afgestemd. De fijnregeling
gebeurt door de verwarmingsinstallateur of de HOVAL-service naar aanleiding van de
bedrijfsproef (ingesteld vermogen zie "Gegevens betreffende uw verwarmingsinstal-
latie", pagina 5).
Voor de roetvrije verbranding van de stookolie heeft de brander een grote hoeveelheid
verse lucht nodig. Daarom moet steeds voor een voldoende toevoer van verse lucht
naar de stookruimte gezorgd worden. Vuile aanzuiglucht (v. stof- of textielvezels) zorgt
voor een snelle verslechtering van de verbranding en kan tot verkorting van de levens-
duur van de ketel leiden. Daarom moet de stookkamer zo proper mogelijk en stofvrij
gehouden worden. Er mogen geen chemicaliën in de stookruimte of bij de toevoer van
verse lucht naar de stookkamer opgeslagen worden.
• De waterstand in het verwarmingssysteem controleren
De oliestand in de olietank met de oliemeetstaaf controleren
• De instelling van de elementen voor de ketelbediening (zie pagina 9) controleren
- De olietoevoer naar de brander controleren (afsluitschuiver bij de olieleiding open-
en)
• Zekeringen op het schakelbord controleren
• De noodschakelaar op de stand "Aan" draaien, of de stekker insteken
De brander kan nu door het inschakelen van de hoofdschakelaar op de verwarmings-
ketel in bedrijf genomen worden.
Als de oliebrander voor kortere tijd buiten bedrijf gesteld wordt, volstaat het om alleen
de AAN/UIT-schakelaar aan de verwarmingsketel uit te schakelen. Bij langere uitscha-
keltijden is het raadzaam om de ventielen voor de olietoevoer te sluiten.
Een technisch onberispelijke toestand van uw branderinstallatie is een belangrijke
voorwaarde voor een rendabele werking en om de lucht zuiver te houden. De brander
moet een keer per jaar door een vakman gecontroleerd worden. We raden u aan om
een onderhoudscontract af te sluiten.
4 204 423 / 01