Onderhoud
► Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
► Reinig de installatie alleen aan de buitenkant.
► Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen.
► Veeg de oppervlakken af met een vochtige doek.
► Droog de oppervlakken af met een doek.
8.1.1
Reiniging van uitgelopen doseermiddelen resp. reservoirs
Neem het veiligheidsinformatieblad in acht.
► Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
► Reinig de reservoirs met veel water – spoel deze grondig uit.
► Veeg uitgelopen doseermiddel weg met een stoffen doek.
► Reinig de plekken tot deze helemaal droog zijn.
8.2
Intervallen
Storingen kunnen door een regelmatig(e) inspectie en onderhoud tijdig worden
vastgesteld, waardoor evt. ook een uitval van de installatie wordt voorkomen.
► Stel (als exploitant) vast welke componenten in welke intervallen (afhankelijk van
de belasting) moeten worden geïnspecteerd en onderhouden. Dit is afhankelijk
van de daadwerkelijke omstandigheden, bijv.: toestand van het water,
vervuilingsgraad, invloeden uit de omgeving, verbruik enz.
► Zorg dat de gebruiksgrenzen niet worden over- of onderschreden (zie hoofdstuk
3.1.4).
72 | 104