Installatie
5.4
Elektrische installatie
De elektrische installatie mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.
GEVAAR
● Risico op ernstige brandwonden, cardiovasculaire collaps, dood door elektrische
schok.
► Controleer vóór de inbedrijfstelling of de installatie in goede toestand verkeert.
► Schakel de voedingsspanning uit voordat u aan elektrische onderdelen van de
installatie werkt.
► Beveilig de installatie tegen herinschakelen.
► Leid de restspanning af.
► Gebruik uitsluitend geschikt, onbeschadigd gereedschap.
► Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen – werk niet met natte handen.
AANWIJZING
► Gebruik een universele-stroomgevoelige ALS met 300 mA
gevoeligheidsdrempel.
► Gebruik voor de op de plaats van opstelling voorhandene stroomvoorziening van
de installatie een net-aftappunt 3x 400 V/50 Hz/ L/N/PE met 20 A beveiliging.
5.4.1
Potentiaalvereffening tot stand brengen
De toerentalgeregelde hogedrukpomp kan tijdens het reglementaire gebruik een lekstroom
van > 10 mA vertonen.
● Een aansluiting op de potentiaalvereffening op de plaats van opstelling is vereist.
De aarddraad moet een minimale dwarsdoorsnede van 6 mm² Cu of 10 mm² Al hebben.
Benaming
1
Punt voor aarding in het aluminium frame
2
Aardingsband
38 | 104
Levensgevaarlijke spanning 400 V
De frequentieomzetter van de hogedrukpomp kan storingen bij de in de
netvoeding ingebouwde aardlekschakelaar teweegbrengen.
Benaming
Punt voor aarding voor potentiaalvereffening
3
op plaats van opstelling
4
Zakje met aansluitmateriaal