De instellingen opslaan (Memory)
U kunt kiezen of de instellingen moeten worden opgeslagen of dat de standaard-
instellingen moeten worden hersteld bij uitschakeling van de camera. De onderdelen
die kunnen worden opgeslagen of teruggezet op hun standaardwaarden, staan
hierna aangegeven. Als u O (aan) selecteert, worden de instellingen opgeslagen
met de status die ze hadden voordat de camera werd uitgeschakeld. Als u P (uit)
selecteert, worden de standaardinstellingen hersteld bij uitschakeling van de camera.
Onderdelen die hier niet staan vermeld, worden bij uitschakeling van de camera
ook opgeslagen met de geselecteerde instellingen.
Onderdeel
Flash
De flitsfunctie, ingesteld met de knop b (1blz.87)
Flash Exp.
De instelling van [Flash Exp. Comp.] in het menu [A Rec.
Comp.
Mode] (1blz.89)
De instelling van [White Balance] in het menu [A Rec.Mode]
White Balance
(1blz.95)
EV
De LW-correctie die is ingesteld met de knop aan de voorzijde
Compensation
(1blz.59)
De instelling van [Digital Zoom] in het menu [A Rec.Mode]
Digital Zoom
(1blz.58)
De instelling van [AE Metering] in het menu [A Rec.Mode]
AE Metering
(1blz.100)
De instelling van [Sensitivity] in het menu [A Rec.Mode]
Sensitivity
(1blz.101)
De scherpstelfunctie, ingesteld met de knop )
Focus Mode
(1blz.84)
De positie van de optische zoom, ingesteld met de zoomknop
Zoom Position
(1blz.57)
De positie van de handmatige scherpstelling, ingesteld met
MF Position
de knop ) (1blz.85)
DISPLAY
De weergavefunctie van de LCD-monitor (1blz.81, 121)
Het bestandsnummer wordt opgeslagen. Als er een nieuwe
SD-geheugenkaart wordt geplaatst terwijl On (aan) is
File #
geselecteerd, wordt het eerstvolgende bestandsnummer
toegewezen.
Drive Mode
De Transport-functie, ingesteld met de knop ( (1blz.60 - 73)
De instelling voor de zoompositie in het digitale zoombereik wordt niet
opgeslagen, ook niet als [Zoom Position] is ingeschakeld in [Memory].
Beschrijving
Standaard
-instelling
O
P
4
P
P
O
P
P
P
P
P
P
O
P
107