De gevoeligheid instellen
(Sensitivity)
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Sensitivity
Auto
De camera stelt de gevoeligheid automatisch in.
80
• Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper en bevat deze minder
ruis (vlekken). Bij weinig licht neemt de sluitertijd toe.
100
• Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte
lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een
200
beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter
400
wel ruis (vlekken) bevatten.
1
Druk op de knop 3 in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2
Selecteer [Sensitivity] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig de gevoeligheid met
de vierwegbesturing (23).
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling voor Sensitivity wordt bewaard en
het scherm keert terug naar de opnamestatus. Zie
Stap 6 van "Hoe de menu's te gebruiken" (blz.43)
voor andere bedieningsmogelijkheden nadat de instelling is vastgelegd.
De Sensitivity-instelling (gevoeligheid) in het [A Rec. Mode] menu heeft geen
invloed op de functie digitale belichtingsmeting. Stel de gevoeligheid van de
digitale belichtingsmeting (1blz.169) in met behulp van het [7 Digital Exp.
Metering] menu.
5
2, 3, 4
1
E a b c R d F G D C
De gevoeligheid opslaan 1blz.107
Rec. Mode
Recorded Pixels
MENU
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
Exit
MENU
Rec. Mode
Recorded Pixels
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
Cancel
MENU
3056x2296
Wide
Auto
4
3056x2296
Auto
80
100
200
400
OK
OK
101