Inhoudsopgave
Advertenties
De opnamescherpte instellen
(Sharpness)
U kunt bepalen of de opname scherpe of zachte contouren moet hebben.
4
1
Druk op de knop 3 in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2
Selecteer [Sharpness] met de vierwegbesturing (23).
3
Verander de instelling van
x [standaard] in z [hard (+)]
of y [zacht (–)] met de
vierwegbesturing (45).
Voor zachtere contouren kiest u (–).
Voor scherpere contouren kiest u (+).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling voor Sharpness (scherpte) wordt bewaard en het scherm keert
terug naar de opnamestatus. Zie Stap 6 van "Hoe de menu's te gebruiken"
(blz.43) voor andere bedieningsmogelijkheden nadat de instelling is vastgelegd.
Wijzigingen in de instelling van de scherpte zijn ongeldig in de functie d.
104
4
2, 3
1
Automatisch belichtingstrapje 1blz.63
Rec. Mode
Recorded Pixels
MENU
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
Exit
MENU
E a b c R F G D C
Rec. Mode
Instant Review
Memory
Image Tone
Sharpness
Saturation
Contrast
Exit
MENU
3056x2296
Wide
Auto
2sec
Standard
Advertenties
Inhoudsopgave
