Bewaring van het apparaat
o Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, maak het dan schoon
volgens bovenstaande aanwijzingen en sla het op op een droge, schone plaats die
beschermd is tegen vorst, zonnestralen en buiten bereik van kinderen. Plaats geen
zware voorwerpen op het apparaat.
7. Mogelijke storingen
Bij storingen koppelt u het apparaat los van het lichtnet. Controleer op basis van
onderstaande tabel of de storing verholpen kan worden, voordat u de hulp van de
service inroept of contact opneemt met de leverancier.
PROBLEEM
Het apparaat is
ingeschakeld maar
het controlelampje
(werkingsindicator)
brandt niet.
Het apparaat
schakelt zich uit.
De ontkalking-
indicator knippert.
Het apparaat is
ingeschakeld, het
controlelampje
brandt, maar er komt
geen heet water uit.
Het apparaat is
ingeschakeld, het
controlelampje
brandt niet, er komt
geen heet water uit.
Bij het inschakelen
springt de zekering
eruit.
OORZAAK
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering zit los.
Defecte zekering
Het controlelampje is
kapot
De bescherming tegen
oververhitting is
geactiveerd.
De kritische grens van
kalkafzetting is
overschreden.
Het hoofdverwarmings-
element is kapot.
De thermostaat is
beschadigd.
Beschadigd
besturingsplaatje
De schakelaar voor het
vulniveau is kapot
Kortsluiting
OPLOSSING
Doe de stekker in het
stopcontact
Neem contact op met de
leverancier
Neem contact op met de
leverancier
Neem contact op met de
leverancier
Laat het apparaat eerst
afkoelen. Druk op de Reset-
knop op de achterkant van
het apparaat.
Ontkalk de koffiemachine
(„Regelmatig ontkalken")
Neem contact op met
de leverancier
Neem contact op met
de leverancier
Neem contact op met
de leverancier
Neem contact op met
de leverancier
Neem contact op met
de leverancier
- 99 -