5. Inbedrijfstelling
5.1. Inbedrijfstelling-Inleiding
ä
Waarschuwing!
Het warmtepompsysteem mag alleen in bedrijf worden gesteld
door een erkend installateur.
Tijdens de inbedrijfstelling wordt de warmtepomp optimaal
ingeregeld voor de capaciteit van de woning. Hiertoe moet u de tijd,
de pompstand en de stooklijn van de warmtepomp instellen.
ä
Let op!
Voer de inbedrijfstelling uit met de IBS-wizard op de Service-
app.
Opmerking
Voor het gebruik van de Service-app is een WIFI- en Bluetooth
verbinding nodig tussen de WIFI van het toestel en de mobiele
telefoon. Standaard is de WIFI-verbinding ingeschakeld. In de
woning is geen WIFI nodig.
Opmerking
Instellingen die u tijdens het in bedrijf stellen van de
warmtepomp wijzigt, kunt u in de BIJLAGE
SERVICEREGISTRATIE noteren in de volledige handleiding zoals
die op de website staat.
Opmerking
Als de Vincent warmtepomp verbonden is met een thermostaat
zal de warmtepomp deze thermostaat zelf detecteren en
onthouden. Mocht er daarna in de toekomst een andere
thermostaat aan het toestel worden verbonden zal het toestel de
nieuwe thermostaat automatisch herkennen.
Zorg dat gehele installatie gespoeld, volledig gevuld en ontlucht is.
a) Zorg dat alle afsluiters, kranen en regelaars van radiatoren,
convectoren en vloerverwarming geopend zijn.
b) Zorg dat u de Ithodaalderop Service-app geïnstalleerd hebt op
uw mobiele telefoon of i-Pad.
c) Steek de stekker van de warmtepomp in de wandcontactdoos.
d) Zorg dat de mobiele netwerkinstellingen en de wifi-instellingen
en bluetooth-instellingen op uw mobiele telefoon of i-Pad
geactiveerd zijn.
e) Voer nu de inbedrijfstelling uit met de IBS-wizard op de Service-
app via de knop Inbedrijfstellen.
f)
Daarna kunt u eventueel andere instellingen via de Service-app
of de HMI-controller van het toestel uitvoeren.
alleen de Service-app wil gebruiken om de Vincent
g) Als u
warmtepomp in bedrijf te stellen kunt u de Bijlage-
Inbedrijfstelling met de Service-app gebruiken (met de Service-
app zijn méér instellingen mogelijk dan met alleen de HMI-
controller).
h) Voer na de inbedrijfstelling een bedrijfstest uit van het
warmtepompsysteem. Zie Vincent Bedrijfstest na
inbedrijfstelling.
5.2. Bedrijfstest na inbedrijfstelling
a) Test de installatie door de thermostaat in te schakelen.
b) Als er vreemde geluiden uit de warmtepomp komen:
-
Controleer op trillende/loszittende onderdelen, onderdelen
die aanlopen of ergens tegenaan tikken.
-
Inspecteer ook het gedeelte rond om de compressor en om
de ventilator.
c) Test de functionaliteit van de warmtepomp.
d) Noteer gewijzigde instellingen in de Bijlage - Serviceregistratie
in de volledige handleiding zoals die op de website staat.
25