Gebruikersfuncties toewijzen aan de vierwegbesturing
U kunt een veelgebruikte functie toewijzen aan de vierwegbesturing (45). Bij
het maken van opnamen kunt u op de vierwegbesturing (45) drukken om die
functie rechtstreeks in te stellen, zonder dat het menu [Rec. Mode] hoeft te worden
opgeroepen.
Een functie opslaan
1
Selecteer [Custom Function] in het menu [B Set-up].
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om de functie te
selecteren die u wilt toewijzen.
3
Druk op de OK-knop.
De functie wordt toegewezen en de camera is gereed voor het maken
of weergeven van opnamen.
• U kunt slechts één functie toewijzen aan de vierwegbesturing (45).
• Er zijn elf [Rec. Mode]-functies die kunnen worden toegewezen:
EV Compensation
m
(LW-correctie)
Recorded Pixels
}
(Opnamepixels)
Quality Level
|
(Kwaliteitsniveau)
White Balance
,
(Witbalans)
Focusing Area
*
(Scherpstelveld)
AE Metering
/
(Lichtmeting)
• Wanneer u # (Image rotation), selecteert, worden op de LCD-monitor
weergegeven opnamen linksom/rechtsom omgedraaid telkens wanneer
u op de (5) vierwegbesturing drukt, en worden de opnamen naar boven/
onderen omgedraaid telkens wanneer u op de (4) vierwegbesturing drukt.
Functies oproepen
1
Druk op de vierwegbesturing (45) in de opnamefunctie.
De ingestelde gebruikersfunctie wordt opgeroepen.
Bij de functie voor handmatige scherpstelling wordt de vierwegbesturing (45)
gebruikt om de scherpstelling aan te passen. Een eventueel ingestelde
gebruikersfunctie kan dus niet worden opgeroepen, zelfs niet wanneer
op de vierwegbesturing (45) wordt gedrukt.
Sensitivity
o
(Gevoeligheid)
Sharpness
u
(Scherpte)
Saturation
!
(Verzadiging)
Contrast
6
(Contrast)
Image rotation
#
(Beeldrotatie)
6
93