Inhoudsopgave
Advertenties
Instelmenu
Instellen/systeem/kalibraties
De timer voor onderbroken strepen moet worden
gekalibreerd voor afstanden en pompvolume.
Afstandskalibratie
OPMERKING: Kalibreren van de sensor is van tijd tot tijd
weer nodig, vanwege slijtage en ook als het wiel van de
pistolenarm wordt vervangen. Ook de luchtdruk in de
band speelt een rol.
OPMERKING: Controleer eerst dat de band van het
armwiel is opgepompt tot 40 psi (2,75 bar) en dat bij
ronddraaien de pulsen geteld worden.
1. Meet een exacte afstand van max. 300 m af en
markeer die. Ca. 100 meter is optimaal.
Onnauwkeurigheid bij het uitzetten van die afstand
werkt straks door in de streeplengtes.
2. Kies "Start kalibratie...". U wordt dan door het
kalibreerproces geleid. Dit is de aanbevolen manier
van kalibreren. U kunt ook "Wijzig kalibratie..."
kiezen (Edit Calibration) om rechtstreeks het getal te
bekijken en eventueel aan te passen.
16
3. Stel het voertuig op precies aan het begin van de
afgemeten afstand. Kies "Begin met kalibreren".
4. Rijd de afgemeten afstand. Als het eindpunt bereikt
is, kiest u "Finish".
OPMERKING: De "Oude kalibratieafstand" is
waarschijnlijk onjuist. Maar die is nuttig om te weten dat
wel impulsen zijn ontvangen.
5. Corrigeer de afstand door de feitelijk gereden afstand
in te vullen, en kies "Kalibratie opslaan".
Bijvoorbeeld: Als de uitgezette afstand 100 meter was
en de gemeten afstand maar 94, dan verandert u de 94
op het scherm in 100.
6. Controleer in geval van een fout of de rotatiesensor
juist geïnstalleerd is en de juiste pulsen afgeeft.
3A5956A
Advertenties
Inhoudsopgave
