5.3
Starten en stoppen
RD 190.1 – 240.1 - Voor niet al te lange periodes van inactiviteit (max. 2-3 dgn.) raden we
aan de droger aan de elektrische stroomtoevoer aangesloten te houden en de
hoofdschakelaar van het bedieningspaneel ingeschakeld. Als dit niet gebeurt moet u
minstens twee uur wachten voor u de droger weer inschakelt, tot de carterweerstand de
compressieolie heeft verwarmd.
Starten (raadpleeg paragraaf 7.1 Bedieningspaneel)
Controleer of de condensor schoon is.
Zet de schakelaar aan - pos. 1 op het bedieningspaneel.
Controleer of het elektronische besturingsinstrument ingeschakeld is.
Wacht enkele minuten, controleer of het elektronische instrument de juiste bedrijfstemperatuur aangeeft
en of het condensaat regelmatig afgevoerd wordt.
Schakel de stroomtoevoer van de luchtcompressor in.
Stoppen (raadpleeg paragraaf 7.1 Bedieningspaneel)
Controleer of de temperatuur die het elektronische instrument aangeeft juist is.
Schakel de luchtcompressor uit.
Zet de schakelaar na enkele minuten uit - pos. 1 op het bedieningspaneel.
RD 190.1 – 240.1 - Afstandsbediening ON-OFF van de droger
Verwijder de jumper op de aansluitklemmen 1 en 2 van het klemmenbord en sluit een potentiaalvrij
contact aan - spanningsvrij (zie het elektrische schema).
Zet de schakelaar aan - pos. 1 op het bedieningspaneel.
Sluit het contact op de aansluitklemmen 1 en 2 om de droger in te schakelen
Open het contact op de aansluitklemmen 1 en 2 om de droger uit te schakelen
Gebruik uitsluitend potentiaalvrije contacten die geschikt zijn voor laagspanning. Zorg
voor een adequate isolatie van potentieel gevaarlijke onderdelen die onder druk staan.
ATTENTIE:
AFSTANDSBEDIENING ON-OFF / AUTOMATISCHE HERSTART.
DE DROGER KAN PLOTSELING STARTEN.
DE GEBRUIKER AANVAARDT DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR HET INSTALLEREN
VAN GESCHIKTE VOORZIENINGEN OM HET EVENTUEEL PLOTSELING STARTEN VAN DE
DROGER TE VOORKOMEN.
OPMERKING: Een dauwpunt (DewPoint) opgenomen in het groene bedieningsbereik van de elektronische
besturingsinstrument wordt als correct beschouwd, de mogelijke bedrijfsomstandigheden (debiet,
luchtinlaattemperatuur, omgevingstemperatuur, etc.) in aanmerking genomen.
Tijdens het functioneren van de droger is de koelcompressor altijd in werking. De droger moet altijd
ingeschakeld blijven wanneer de perslucht wordt gebruikt, ook als de luchtcompressor niet voortdurend
werkt.
Het aantal starts moet beperkt blijven tot 6 per uur.
De droger moet minstens 5 minuten stilstaan voor hij opnieuw gestart mag worden.
Het te vaak starten kan tot onherstelbare schade leiden.
16 – NL
Inbedrijfstelling
RD 6.A – 168.A & RD 190.1 – 240.1