4.7
Aansluiting aan de elektrische installatie
De aansluiting op het elektriciteitsnet en de beveiligingssystemen moet conform de geldende
wetgeving in het land van gebruik zijn en door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Controleer zorgvuldig, alvorens de aansluiting uit te voeren, of de spanning en frequentie van de elektrische
voedingsinstallatie overeenstemmen met de gegevens op het typeplaatje van de droger. Een tolerantie van
±10% op de spanning van het typeplaatje is toelaatbaar.
De droger wordt geleverd met een voedingskabel en -stekker (twee polen en aarding) of met een
aansluitdoos. Controleer of de zekeringen of automatische beveiligingsschakelaars op juiste wijze zijn
gedimensioneerd voor de elektrische gegevens die op het typeplaatje van de droger staan.
Er wordt een aardlekschakelaar (RCD) met I∆ = 0,03 A gesuggereerd. De voedingskabels moeten een
geschikte
doorsnede
omgevingstemperatuur, de installatieomstandigheden, hun lengte en de normen van de stroomleverancier.
Drogers RD 190.1 – 240.1
ATTENTIE:
LET OP DE DRAAIRICHTING VAN DE COMPRESSOR !
De droger is voorzien van een bescherming tegen foutieve verbinding van de voedingsfasen (zie
elektrisch schema – RPP).
Als de compressor niet werkt moet de draairichting gewijzigd worden door twee van de drie
voedingsfasen van de droger om te wisselen. Dit mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel
worden gedaan.
NIET DE RPP-BESCHERMING OMLEIDEN: ALS DE COMPRESSOR IN DE VERKEERDE
RICHTING DRAAIT ZAL HIJ ONMIDDELLIJK BESCHADIGD RAKEN EN ZAL DE GARANTIE
VERVALLEN
De aansluiting aan de installatie moet verplicht geaard worden.
Gebruik geen adapters voor de voedingsstekker.
Laat de stekker eventueel door gekwalificeerd personeel vervangen.
4.8
Condensaatafvoer
Het condensaat wordt onder dezelfde druk afgevoerd als die waaronder de lucht de droger
binnenkomt. Bevestig de afvoerlijn op correcte wijze.
Richt de straal condensaatafvoer nooit op personen.
De droger is reeds voorzien van een elektronische condensaataftap.
Bevestig de aftap stevig vast aan een condensaatafvoerinstallatie of een opvangreservoir.
De aftap kan niet aan druksystemen worden aangesloten.
Loos het condensaat niet in het milieu.
Het door de droger afgescheiden condensaat bevat oliedeeltjes die de compressor in de lucht
heeft achtergelaten. Loos het condensaat in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Wij raden aan een olie-waterscheider te installeren waarin de condensaatafvoer samenkomt die
afkomstig is van de compressoren, drogers, tanks, filters, etc.
5
Inbedrijfstelling
5.1
Voorbereidingen voor de inbedrijfstelling
Controleer of de bedrijfsparameters in overeenstemming zijn met de gegevens op het typeplaatje
van de droger (spanning, frequentie, luchtdruk, luchttemperatuur, omgevingstemperatuur, etc.).
Iedere droger wordt voor verzending nauwkeurig getest en gecontroleerd, waarbij werkelijke
werkingsomstandigheden worden gesimuleerd. Onafhankelijk van de tests kan de machine ook tijdens het
transport beschadigd raken. Daarom raden we aan de droger bij aankomst en tijdens de eerste bedrijfsuren
grondig te controleren.
14 – NL
Inbedrijfstelling
hebben
voor
de
absorptie
van
de
droger,
met
inachtname
RD 6.A – 168.A & RD 190.1 – 240.1
van
de