4.4
Installatieschema
In geval van zeer verontreinigde inlaatlucht (ISO 8573.1 klasse 3.-.3 of van lagere kwaliteit)
raden wij aan een extra voorfilter (min. 5 micron) te installeren om verstopping van de
warmtewisselaar te voorkomen.
De installatie type A wordt aanbevolen wanneer de compressoren met geringe tussenpozen werken en de
verbruikssom gelijk is aan het debiet van de compressor.
De installatie type B wordt aanbevolen wanneer het luchtverbruik sterk varieert en momentane waarden
vertoont die veel hoger zijn dan het debiet van de compressoren. De tank moet voldoende capaciteit
hebben om met de opgeslagen lucht te kunnen voldoen aan vragen met korte duur en hoge waarde
(impulsief).
RD 6.A – 168.A & RD 190.1 – 240.1
Installatie
1 Luchtcompressor
2 Eindkoeler
3 Condensaatafscheider
4 Voorfilter (min. 5 micron)
5 Bypassgroep
6 Droger
7 Persluchttank
8 Eindfilter
9 Condensaataftap
11 – NL