7. Til de grasvanger op en verwijder de R-pen, de 2 ringen
en de gaffelpen waarmee de afvoerbuis is bevestigd aan
de achterplaat (Fig 13).
2
3
5
Figuur 13
1. Achterplaat
2. Afvoerbuis
3. Gaffelpen
8. Verwijder de moer en de buitenste ring waarmee de
afvoertunnel is bevestigd aan de afvoerbuis (Fig. 14).
1
Figuur 14
1. Afvoerbuis
2. Moer en buitenste ring
9. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
10. Verwijder de bout, de ring en de moer waarmee de
uiteinden van de 2 strips aan elkaar vastzitten (Fig. 15).
4
1
m-6339
4. R-pen
5. Ringen
3
m-6340a
2
3. Afvoertunnel
18
1
Figuur 15
1. Strips
2. Moer
11. Trek de strips weg van de afvoertunnel.
Opmerking: Verwijder de strips niet van de maaikast.
Als een strip losraakt van de maaikast, moet u deze in
de maaikast steken zoals is aangegeven in Figuur 16.
1
Figuur 16
1. De strip in de sleuf steken
12. Verwijder de afvoertunnel van de maaikast.
Opmerking: Bevestig de moer en de buitenste ring die
u hebt verwijderd, aan de afvoertunnel om te
voorkomen dat u ze kwijtraakt.
13. Monteer de recycler-kap op de maaimachine.
14. Verbind de uiteinden van de 2 strips rond de
recycler-kap zoals wordt getoond (Fig. 15).
15. Houd de gaten in de uiteinden van de strips recht
tegenover elkaar en zet de strips met de hand vast aan
elkaar met behulp van de bout, de ring en de moer die u
eerder hebt verwijderd.
16. Til de grasvanger op en monteer de gaffelpen, de
2 ringen en de R-pen waarmee de afvoerbuis is
bevestigd aan de achterplaat (Fig 13).
4
3
2
m-6338a
3. Ring
4. Bout
2
m-6362/m-6363
2. De strip wordt in de sleuf
gestoken.