5. TOEPASSINGSGEGEVENS
5.1 Algemeen
De ketel is toe te passen in alle ketelhuizen zowel in
nieuwbouw als in bestaande bouw en daar waar, door de
constructie van het rookgasafvoersysteem en de ketelaf-
metingen, het plaatsen van een compacte ketel noodza-
kelijk is.
5.2 Warmwateruitvoering
5.2.1 Watertemperatuur
Warmwater tot 110°C. De maximale bedrijfstemperatuur
is 95°C. De minimaal toegestane retourtemperatuur
bedraagt zowel voor gas- als voor oliegestookte ketels
40°C, bij een waterdoorstroming overeenkomend met
een Æt van 20°C bij een nominale belasting.
5.2.2 Waterdruk
De ketel is toepasbaar voor open en gesloten warmwa-
terinstallaties tot een maximale bedrijfsdruk van 6,0 bar
en een minimale bedrijfsdruk van 0,8 mbar. Dak- of kel-
deropstelling van de ketel is zonder bezwaar mogelijk.
5.2.3 Watercirculatie
De minimale watercirculatie door de ketel volgt uit de for-
mule:
nominaal vermogen (kW)
70
5.2.4 Waterbehandeling
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden
niet vereist (zie onze publicatie waterk-
waliteitsvoorschrift).
5.3 Economisers
ECO's kunnen op aanvraag geleverd worden. Aanpas-
sing van het brandertype kan noodzakelijk zijn. Voor spe-
cificatie zie onze Technische Informatie ECO 13/14/15
(alleen voor aardgas).
5.4 Low NOx uitvoering
Tegen meerprijs kan de OD 15C zowel met Clysan als
met Monarch branders in Low NOx-uitvoering worden
geleverd.
Bij de Clysan branders geschiedt dit d.m.v. rookgas-
recirculatie vanuit de tweede trek van de ketel.
De brander krijgt in dit geval de aanduiding RC mee
(brandertype zelf verandert niet). De branders worden nu
geleverd inclusief rookgasrecirculatieleiding, welke op de
daarvoor bestemde aansluiting op de frontdeur van de
ketel wordt aangesloten. De NOx-uitstoot daalt hierdoor
naar ca. 35 - 45 ppm (O
Deze zelfde uitstoot kan met Monarch NA-gasbranders
worden verkregen, welke volgens het zogenaamde ge-
trapte verbrandingsprincipe werken. Door de verbranding
in twee fasen te laten plaatsvinden, een onderstoichio-
metrische eerste en een over-stoichiometrische tweede
bij lagere temperatuur, wordt in dit geval deze lage NOx-
uitstoot bereikt. Raadpleeg voor meer informatie onze
= ... m
3
/h
= 0%).
2
5.5 Geluidsproductie
Het gemeten ketelhuisgeluidsniveau op 1 meter afstand
rond de ketel, bedraagt ca. 75 tot 90 dBA.
Het uitmondingsgeluidsniveau van het rookgasafvoersys-
teem zal, afhankelijk van belasting, branderfabrikaat en
uitvoering van het rookgasafvoersysteem, zonder ge-
luidsdemper variëren van 75 tot 90 dBA gemeten op 1
meter afstand van de uitmonding.
Indien deze geluidsproductie aanleiding geeft tot proble-
men in de directe omgeving, dan dienen hiertoe geluids-
werende of -absorberende maatregelen te worden
genomen.
De gemeten geluidswaarden zijn gemiddelden uit
diverse metingen en gemeten op ca. 1 m afstand
rond de ketel op een hoogte van ca. 1m.
Afb. 06 Geluidswaarneming overdrukketel met brander
9