5.
Bevestig de twee schroeven waarmee de houder van de vasteschijfeenheid aan het chassis is
bevestigd.
Afbeelding 2-34
6.
Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan
op de juiste connector op de systeemkaart.
OPMERKING:
u de gegevenskabel van de vaste schijf aan op de donkerblauwe connector met de aanduiding
SATA1. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties. Als u een tweede vaste schijf toevoegt,
sluit u de gegevenskabel aan op de volgende beschikbare (niet-gebruikte) SATA-connector op de
systeemkaart in de volgende volgorde: SATA1, SATA2, SATA4, SATA3.
7.
Plaats het toegangspaneel terug.
8.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer
aan.
9.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
OPMERKING:
besturingssysteem, de stuurprogramma's en/of andere toepassingen te herstellen die in de fabriek op
de computer waren geïnstalleerd.
40
Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Vasteschijfhouder bevestigen
Als er in het systeem slechts één vaste schijf van het type SATA aanwezig is, sluit
Als u de primaire vaste schijf vervangt, gebruikt u de set herstelschijven om het
NLWW