Bedrijf
6
Bedrijf
6.1
Inbedrijfstelling
Elektrische voeding
aansluiten
18
De volgende belangrijke instellingen werden in de fabriek in de aandrijfelektronica ge-
programmeerd.
● Parameter [P:027] Gasmodus: 0 = zware gassen
● Parameter [P:700] Monitoring van max. opstarttijd: 8 min
● Parameter [P:701] Toerentalinstelling: 80% van het nominale toerental
● Parameter [P:707] Opgenomen toerental instelmodus: 65 % van het nominale toeren-
tal
● Parameter [P:708] Opgenomen vermogen: 100 %
● Parameter [P:720] Toerental beluchting voor vertraagde beluchting: 50% van het no-
minale toerental
● Parameter [P:721] Beluchtingstijd: 3600 s
De stroomvoorziening van de netvoeding opnieuw inschakelen.
Gevaar voor vernietiging van de pomp
Het verpompen van gassen met hogere molecuulmassa's in de verkeerde gasmodus
kan leiden tot vernietiging van de pomp.
Controleren of de gasmodus juist is ingesteld.
Voor het gebruik van gassen met grotere molecuulmassa's (>80) Pfeiffer Vacuum
raadplegen.
De turbopompen HiPace 10 vormen een vaste eenheid met de aandrijfelektronica en de
elektrische voeding. De elektrische voeding werd in de fabriek op de pomp gemonteerd
en aangesloten op de aandrijfelektronica. De toegestane voedingsspanning van de
stroomvoorziening bedraagt 90 - 265 V AC, 50/60 Hz.
Gevaar voor elektrische schok
Bij een defect kunnen de op netstroom aangesloten onderdelen onder spanning staan.
De aansluiting op de netvoeding altijd vrij toegankelijk houden om de aansluiting te
allen tijde te kunnen verbreken.
Automatische start
Na het inschakelen van de stroom wordt de turbopomp onmiddellijk met OPS 40 ge-
start.
De netvoeding van de turbopomp pas vlak voor de inbedrijfstelling inschakelen.
LET OP
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG