Inbouwposities
Vacuümkamers dienen door de klant te worden vastgezet tegen verschuiven of kan-
telen.
SC
Vacuum chamber
SC
A
SC
Fig. 3:
Voorbeeld: beveiliging tegen verschuiven en kantelen door externe schokken
A
Hoogvacuümaansluiting met klauwen
De oriëntering van de voorvacuümflens is afhankelijk van het type voorpomp
Bij gebruik van een olievrije voorpomp kan de turbopomp met de hoogvacuümflens in
een willekeurige ruimte worden geïnstalleerd en gebruikt.
Bij het gebruik van oliegesmeerde voorpompen moet de voorvacuümflens altijd
loodrecht (± 25°) naar onderen zijn gericht om verontreiniging via de voorvacuümlei-
ding te vermijden.
Pijpleidingen voor de vacuümpomp ondersteunen of laten afhellen. Op de verankerde
pomp mogen geen krachten uit het pijpleidingssysteem worden uitgeoefend.
Fig. 4:
Aanbevolen oriëntering van de voorvacuümaansluiting bij de installatie
SC
SC
SC
SC
SC = Safety Connection
B
Hoogvacuümaansluiting met aansluitadap-
ter (toebehoren)
LET OP
25 ° max
Installatie
Vacuum chamber
SC
B
SC
SC
13