7. Herladen en vervangen van de batterij
7. 1 Hoe herlaadt men de batterij?
Gebruik enkel het speciale bijgeleverde snoer.
Verbind het netsnoer stevig met het stopcontact. Verbind het nooit
met een apparaat waarvan de elektrische potentiaal hoger is dan
AC240V.
Respecteer de instructies van de fabrikant voor gebruik en
opberging.
Verbind het netsnoer eerst met het instrument. Het snoer moet
stevig verbonden zijn.
Gebruik het snoer niet als het beschadigd is of in geval van
onbeschermde metalen onderdelen. Om het netsnoer uit het
stopcontact te verwijderen, de stekker vastnemen en niet aan het
snoer zelf trekken.
①
Zet de bereikschakelaar op OFF.
②
Controleer of er een batterij in het toestel zit.
③
Verbind de voedingskabel met het instrument.
④
De statusindicatie-LED licht rood op en de batterij-indicatie knippert
eveneens.
De indicator licht groen op en de batterij-indicatie stopt met knipperen
maar licht constant op. (De batterij is herladen na ongeveer 8 uren)
* De levensduur van de batterij en het aantal malen dat ze herladen kan
worden is afhankelijk van de omstandigheden en het gebruik.
* Het opbergen van herlaadbare loodbatterijen met lage capaciteit kan de
levensduur ervan verminderen en/of schade veroorzaken. Als men de
batterijen gedurende een lange periode opbergt, controleer en herlaad ze
dan op geregelde tijdstippen.
74
GEVAAR
WAARSCHUWING