DEEL III
WERKING van de kabelscanner
2. VOLLEDIGE TEST
Een volledige test controleert de installatie op alle mogelijke verbindingsfouten. Bovendien wordt
de kabel geïdentificeerd en de lengte van de kabel gemeten. Tijdens een volledige test moeten de
afstandsmodules verbonden worden met het verre kabeluiteinde.
Deze test wordt aanbevolen nadat de installatie gemonteerd is en alvorens deze te certificeren.
Voor uitgebreidere kwaliteitstests van kabels moet de functie Lengte & Reflecties gebruikt worden.
Testprocedure
1. Selecteer de volledige test met de draaischakelaar.
2. Controleer het geselecteerde kabeltype en de pinconfiguratie (zie pt 8). Eén van de
afstandsmodules moet verbonden worden met het verre kabeluiteinde. Verbind de testkabel met
het toestel en druk op
Is de test geslaagd, dan wordt het volgende
weergegeven:
- het teken
- het identificatienummer
- de correct verbonden kabels
Via de toets
kan men schakelen tussen lengte en identificatienummer (indien beschikbaar).
Als één of meerdere fouten gedetecteerd zijn,
wordt het volgende weergegeven:
- de tekens
en
- de correct verbonden paren
- het identificatienummer indien beschikbaar
(afhankelijk van het soort fout)
Typische verbindingen voor een volledige test
.
15
test geslaagd
test mislukt, kabels 1 tot 8 correct verbonden