54
08 OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK
ONDERHOUDSPLAN
Wat
Omschrijving
• Bij vastgezette blokkeerremmen mogen de wielen niet
draaien.
Blokkeerremmen
Functie controleren
• Bij het bedienen van de remhendel moet de rem werken.
• Bij vastgezette trommelremmen moeten de wielen
geblokkeerd blijven.
• De remkabel mag niet beschadigd zijn.
Trommelremmen (optioneel)
Functie controleren
Zitting en rugleuning
• Bij vervuiling reinigt u de oppervlakken zoals in de
controleren op vervuiling /
reinigingsinstructies aangegeven.
beschadiging
• Laat bij beschadiging de oppervlakken vervangen.
Bewegende delen
• Controleren of alle bewegende delen (beensteunen,
controleren op functionaliteit en
voetplaten, zijdelen, in hoogte verstelbare duwhandvat-
slijtage
ten) soepel en geluidloos werken.
• Alle boutverbindingen moeten stevig vastzitten.
Boutverbindingen
controleren
• De wielen moeten in een rechte lijn lopen en mogen niet
wiebelen.
Wielen
• De wielen moeten tijdens het rijden licht en geluidloos
functionaliteit, beschadiging
bewegen.
• Bij beschadigingen moeten de wielen worden vervangen.
Banden (PU) Op functie en
• Vervang beschadigde of versleten banden.
beschadiging controleren
DIETZ GmbH / Gebruiksaanwijzing van de opklapbare rolstoelen CANEO-serie / Versie 1.0.0 NL
maandelijks
voor gebruik
De blokkeerremmen moeten opnieuw worden
ingesteld na vervanging van de achterwielen of na
aanpassing van de positie van de achterwielen.
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een
geautoriseerde vakhandelaar worden uitgevoerd.
De trommelremmen moeten opnieuw worden
ingesteld na vervanging van de achterwielen of na
aanpassing van de positie van de achterwielen.
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een
geautoriseerde vakhandelaar worden uitgevoerd.
Zelfborgende moeren en bouten verliezen hun
effectiviteit na herhaaldelijk los- en vastschroeven.
Daarom moeten deze door een geautoriseerde
vakhandelaar worden vervangen.
Wat
Luchtbanden (optioneel)
op functie en beschadiging
controleren
x
Duwhandvatten
controleren op functionaliteit en
slijtage
Zijdeel, volledig
op functie en beschadiging
x
controleren
Beensteun/voetsteun
op functie en beschadiging
controleren
x
Hoepel
controleren op beschadigingen en
slijtage
x
Inklapmechanisme
soepele werking controleren
Wielen
x
controleren op functionaliteit,
beschadiging en correcte positie
Optische controle, controleren op
losse onderdelen, breuken, corrosie
of andere schade
x
Reiniging
op vuil controleren
x
08 OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK
maandelijks
Omschrijving
voor gebruik
• Controleer de bandenspanning
• Pomp de banden op met de vereiste druk (zie de opdruk
op de zijdelingse afdekking).
• Vervang beschadigde of versleten banden.
Bij verlies van de bandenspanning mag de rolstoel
niet meer worden gebruikt. Veilig rijgedrag is dan
niet gegarandeerd.
• De handvatten moeten stevig vastzitten.
• De duwhandvatten moeten op dezelfde hoogte zitten en
mogen niet beschadigd of verbogen zijn.
• De stelbout moet vastklikken (bij optionele in de hoogte
verstelbare handvatten).
• Het zijdeel moet probleemloos kunnen worden
verwijderd, geplaatst en vastgeklikt.
• Eventuele functionele of oppervlakteschade moet
worden hersteld.
• De beensteunen moeten probleemloos verwijderd,
geplaatst en vastgeklikt kunnen worden.
• Eventuele functionele of oppervlakteschade moet
worden hersteld.
• De hoepel moet aan het wiel vastgeschroefd zijn.
Letselgevaar! Schade aan het oppervlak van de
hoepel moet onmiddellijk worden verholpen.
• De rolstoel zou geluidloos opgevouwen moeten kunnen
worden.
• De spaken mogen niet los, verbogen of gebroken zijn.
• Verwijder vuil en smeer van de steekassen en wielnaven.
• Door het achterwiel opzij te trekken mag het wiel zich
niet laten verwijderen.
Bij dergelijke schade mag de rolstoel niet meer
worden gebruikt. Veilig rijgedrag is dan niet
gegarandeerd.
• Afhankelijk van de vuilgraad, tenminste maandelijks,
moet de gehele rolstoel worden gereinigd (zie hoofdstuk
reinigingsinstructies).
55
NL
x
x
EN
x
x
FR
x
IT
x
x
x
NL
x