Hoofdstuk 3
5.
Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen
te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De
standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen
hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle
afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan,
selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie
te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6.
Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Verwante onderwerpen
•
"Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 23
•
"Afdrukmateriaal laden" op pagina 25
•
"De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•
"Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•
"Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 21
•
"De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 49
Foto's afdrukken
Een foto afdrukken op fotopapier
1.
Verwijder al het papier uit de papierlade en doe het fotopapier vervolgens met de
afdrukkant naar beneden in de papierlade.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.
Klik op het tabblad Functies.
6.
Klik in het gedeelte Basisopties op de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst
Papiersoort.
8
Afdrukken
U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door