REMKO RM
Opstelling binnen een gebouw
Zorg voor een toereikende
■
warmteafvoer, wanneer het
buitendeel in de kelder, op
het dak, in ruimten ernaast of
hallen opgesteld is
(afbeelding 5).
Installeer een extra
■
ventilator, die over dezelfde
luchtvolumestroom beschikt
dan deze die in de kamer wordt
opgesteld en de eventuele extra
drukverliezen door luchtkanalen
kan compenseren
(afbeelding 5).
Minimum vrije ruimte
In de afbeelding hiernaast zijn
de minimum vrije ruimten voor
een storingsvrije werking van het
toestel aangegeven.
Deze beveiligingszones dienen
tot ongehinderde luchtin- en
uitvoer, om voldoende plaats te
waarborgen voor onderhoud en
herstellingen en ter beveiliging van
het toestel voor beschadigingen.
18
Waarborg een continu
■
ongehinderde luchttoevoer
van buiten, zo mogelijk door
tegenover elkaar liggende,
voldoende grote lucht-
openingen (afbeelding 5).
5
Opstelling binnen gebouwen
Warme lucht
Licht-
schacht
Minimum vrije ruimte
120
luchtinlaat
120
200
luchtuitlaat
RM
RM
226 AT
235 AT
252 AT
A
200 mm 200 mm 200 mm 200 mm 200 mm 200 mm 200 mm 200 mm
B 1300 mm 1300 mm 1500 mm 1500 mm 1500 mm 1500 mm 1500 mm 1500 mm
C
500 mm 500 mm 600 mm 600 mm 600 mm 600 mm 600 mm 600 mm
D
150 mm 150 mm 150 mm 150 mm 150 mm 150 mm 150 mm 150 mm
E
500 mm 500 mm 500 mm 500 mm 500 mm 500 mm 500 mm 500 mm
Hou U aan de statische en
■
speciale bouwtechnische
voorschriften en vereisten met
betrekking tot gebouwen en
voorzie ev. een
geluidsdemping.
Extra
ventilator
Warme lucht
Buitendeel
Luchtinlaat
120
D
1500
A
RM
RM
RM
268 AT
326 AT
Koude
frisse lucht
Licht-
schacht
E
C
Luchtuitlaat
B
Alle opgaven in mm
RM
RM
RM
335 AT
426 AT
435 AT