REMKO RVT
Installatie
OPMERKInG
De installatie mag alleen door
geautoriseerd en gespecialiseerd
personeel worden uitgevoerd.
Installatie van het toestel
Het toestel wordt met de
wandhouder bevestigd, waarbij
rekening wordt gehouden met de
luchtuitlaatzijde aan de onderkant.
1. Markeer de bevestigingspunten
op de statisch geschikte delen
van het gebouw volgens de
opgegeven afmetingen van de
wandhouder.
2. Verwijder eventueel de
uitbreekopeningen in de
behuizing.
3. Sluit de koelmiddel-,
elektrische-, en condensleiding
aan op het binnendeel, zoals
verderop beschreven is.
4. Hang het binnendeel licht
naar achter gekanteld in
de wandhouder en druk
vervolgens de onderkant tegen
de houder aan (afbeelding 6).
5. Controleer nogmaals of het
toestel waterpas hangt.
6
OPHANGEN VAN HET
20
Aansluiten van de
koelmiddelleidingen
De gebouwaansluiting van de
koelmiddelleidingen gebeuren op de
achterzijde van de toestellen.
Eventueel moet op het binnendeel
een verloopnippel naar een grotere
resp. kleinere diameter worden
gemonteerd. Deze nippels worden
seriematig meegeleverd in de
verpakking van het binnendeel.
Na het beëindigen van de
montage moeten de koppelingen
dampdiffusiedicht worden geïsoleerd.
LET OP!
De apparaten zijn vanuit de
fabriek gevuld met gedroogde
stikstof voor controle op
lekkage.
De onder druk staande stikstof
ontsnapt bij het losdraaien van
de wartelmoeren.
De volgende aanwijzingen
beschrijven het installeren van het
koelcircuit en de montage van het
binnendeel en het buitendeel.
1. Zoek de benodigde
leidingdoorsnede op in de tabel
"Technische gegevens"
2. Installeer het binnendeel en sluit
de koelmiddelleiding aan volgens
de bedieningshandleiding van
het binnendeel.
3. Gebruik voor het buigen van
de koperleidingen geschikte
buiggereedschappen om het
knikken van de leidingen te
voorkomen.
4. Let bij de montage op
de buigradius van de
koelmiddelleidingen en buig
dezelfde plek op de leiding
nooit twee keer.
Brosheid en scheurgevaar
kunnen hiervan het gevolg zijn.
5. Verleg de koelmiddelleidingen
van binnendeel naar buitendeel.
Zorg voor voldoende
bevestiging en neem eventueel
de olieterugvoermaatregelen!
6. Installeer het buitendeel met
de wand- resp. vloerconsole op
een statisch geschikt deel van
het gebouw.
Volg de installatie-aanwijzingen
van de consoles op.
7. Zorg ervoor dat er geen
contactgeluiden worden
overgedragen op del van het
gebouw.
Overdracht
van contactgeluiden
wordt gereduceerd door
trillingsdempers!
8. Verwijder de vanuit de fabriek
aangebrachte beschermkappen
en wartelmoeren van de
aansluitingen van de afsluiters
en gebruik deze bij de verdere
montage.
9. Zorg ervoor dat de
wartelmoeren op de leidingen
aanwezig zijn, voordat u de
koelmiddelleidingen voorziet
van een kraag.
10. Bewerk de verlegde
koelmiddelleidingen zoals
weergegeven
(afbeelding +).
11.Controleer of de kraag de juiste
vorm heeft (afbeelding ).
12.Sluit eerst de koppeling van
de koelmiddel- leidingen aan
de afsluiters met de hand aan,
zodat de aansluitvlakken goed
aansluiten.