Kalibreren
De kalibratie van de temperatuurregelaar
controleren:
1. Breng de unit naar een plaats waar geen wind is.
2. Zet de temperatuurregelaar op 204° C (400° F).
3. Roer het materiaal 4 tot 5 minuten door.
4. Nadat de regeling een stabiele toestand heeft bereikt
en de branders niet vaker dan eens per minuut aan
en uit gaan, steekt u een onafhankelijk gekalibreerde
temperatuurvoeler in het materiaal, dicht bij de
temperatuurvoeler van de ketel.
5. Vergelijk de temperatuur van de onafhankelijk
gekalibreerde temperatuurvoeler met de
temperatuurinstelling van de regelaar.
333160L
6. Als de instelling lager is dan wat de gekalibreerde
voeler aangeeft, draait u de stelschroef rechtsom
(met de klok mee). Elke millimeter verdraaiing geeft
een temperatuurwijziging van ca. 19,4° C (35° F).
7. Als de instelling hoger is dan wat de gekalibreerde
voeler aangeeft, draait u de stelschroef linksom
(tegen de klok in). Elke millimeter verdraaiing geeft
een temperatuurwijziging van ca. 19,4° C (35° F).
8. Controleer de kalibratie nog eens door de
temperatuurregelaar op 210 °C (410 °F) te zetten
en de stappen 3 t/m 7 te herhalen.
Temperatuurregelaar van de ketel
ti14523a
9