fig. 20
De tijdens het dataloggen verstreken tijd wordt weergegeven in de informatiebalk.
Datalogger stoppen.
De datalogger-functie kan via het startmenu worden gedeactiveerd. De meetwaarden zijn in XML-format
opgeslagen op de MicroSD kaart. Deze gegevens kunnen met een internetbrowser of ander XML-tool uitgelezen
en verder verwerkt worden.
fig. 21
Datalogger interval veranderen.
Het interval kan worden ingesteld tussen 1 en 999 seconden. Gebruik hiervoor de editor-functie, zoals beschreven
op pagina 22.
6.4. PROGRAMMA "ROOKGAS"
Programma "Rookgas" openen.
Zodra het programma "Rookgas" opgestart is, vindt eerst de automatische kalibratiefase plaats. Bij een "koude
start" duurt deze fase maximaal 30 seconden. Na het kalibreren wordt de laatst gebruikte brandstof gemar-
keerd met behulp van de selectiebalk en wordt u voorgesteld om deze keuze te bevestigen. Desgewenst kunt u
een andere brandstof selecteren met behulp van het Aanraakgevoelig navigatieveld
, hetgeen u vervol-
gens bevestigt met de Entertoets
.
24