6
Plaats de UITVOERlade terug.
Misschien moet u hiervoor de printerkap iets oplichten.
7
Druk de kaarten af.
Als u klaar bent met afdrukken, vergeet dan het volgende niet:
•
Zet de kaartgeleider weer omlaag.
•
Neem alle resterende kaarten uit de INVOERlade en vervang ze
door het soort papier dat u voor de volgende afdruktaak wilt
gebruiken.
•
Stel de software weer in op het papier dat u voor de volgende
afdruktaak gebruikt.
Geavanceerde afdruktaken: Kaarten afdrukken
41