7. Methodes
7.1 Belangrijke opmerkingen
7.1.1 Correct gebruik van reagens
De reagens moeten in de juiste volgorde toegevoegd worden.
Reagens in tabletvorm: De reagens in tabletvorm moeten recht-
streeks uit de verpakking aan het watermonster toegevoegd wor-
den, zonder dat u ze met de vingers aanraakt.
Vloeibare SPADNS-reagens: Voeg de vloeibare SPA-
DNS-reagens aan het watermonster toe met een pipet van 2 ml.
Neem de opslaginstructies, bv. koel en droog, in acht.
7.1.2 Cuvetten en accessoires reinigen
Cuvetten, doppen en roerstaven dienen na elke meting grondig
gereinigd te worden om storingen te voorkomen. Zelfs de kleinste
resten van reagens kunnen fouten in het testresultaat veroorza-
ken.
Procedure:
Reinig cuvetten en accessoires zo snel mogelijk na elke meting.
a) Reinig cuvetten en accessoires met reinigingsmiddelen voor
®
laboratoria, bv. Extran
MA 02 (neutraal, fosfaathoudend),
®
Extran
MA 03 (alkalisch, vrij van fosfaat) van Merck KGaA.
b) Spoel grondig met leidingwater.
c) Voer, indien nodig, speciale reiniging uit zoals vereist in de
methode. Spoel, bijvoorbeeld, met een verdunde zoutzuurop-
lossing.
d) Spoel grondig met gedeïoniseerd water.
7.1.3 Opmerkingen bij methode
1. Cuvetten, doppen en roerstaven dienen na elke meting gron-
dig gereinigd te worden om storingen te voorkomen. Zelfs de
kleinste resten van reagens kunnen fouten in het testresultaat
veroorzaken.
2. De buitenkant van de cuvette moet schoon en droog zijn voor-
dat u begint te meten. Vingerafdrukken of andere vlekken op
de cuvetten leiden tot onjuiste metingen.
3. De nulinstelling en test moeten met dezelfde cuvette uitge-
voerd worden, want de optische prestaties van cuvetten kun-
nen licht verschillen.
4. De cuvetten moeten in dezelfde monsterkamer geplaatst wor-
den voor de nulinstelling en test, met de markering op de
cuvette (witte driehoek) tegenover de markering op de foto-
meter. Zie afb. 4.
5. Voer nulinstellingen en tests altijd uit met een cuvette die
goed afgesloten is met de dop. Gebruik de dop samen met
pakking om te voorkomen dat er licht in de monsterkamer
komt.
Juiste positie van de cuvette (∅24)
Afb. 4 Juiste positie van de cuvette (∅24)
18
6. Belletjes aan de binnenkant van de cuvette leiden tot onjuiste
metingen. Om dit te voorkomen, verwijdert u de belletjes door
met de hand enkele draaibewegingen te maken met de
cuvette voordat u de test uitvoert.
7. Vermijd het morsen van water in de monsterkamer. Als er toch
water in de instrumentbehuizing lekt, kan dit de elektronische
onderdelen stukmaken en corrosie veroorzaken.
8. Een vuile lens in de monsterkamer kan tot fouten leiden.
Controleer dit regelmatig en reinig, indien nodig, de lichte
ingave-oppervlakken van de monsterkamer met een vochtige
doek of wattenstaafjes.
9. Grote temperatuurverschillen tussen de fotometer en de
omgeving kunnen tot fouten leiden: bv. door de vorming van
condensatie aan de lens of op de cuvette.
10. Om fouten te voorkomen die door toevallig licht veroorzaakt
zijn, gebruikt u de fotometer best niet bij helder zonlicht.
De cuvette op de juiste manier vullen:
JUIST
Afb. 5 De cuvette op de juiste manier vullen
7.1.4 Technieken voor verdunning van monsters
Voor nauwkeurige verdunningen gaat u als volgt te werk:
1. Breng het watermonster (zie onderstaande tabel) met een
pipet in een volumetrisch flacon van 100 ml en vul deze tot
aan de markering "100 ml" met gedeïoniseerd water.
Schud zachtjes om de inhoud te mengen.
Watermonster [ml]
1
2
5
10
25
50
2. Gebruik een pipet om het vereiste volume van het verdunde
monster in de cuvette te brengen en ga te werk zoals in de
testmethodes is beschreven.
Verdunning verlaagt de nauwkeurigheid! Verdun
watermonsters niet voor de meting van pH-waardes.
Dit leidt tot onjuiste testresultaten. Als "Overrange"
Voorzichtig
weergegeven wordt, gebruik dan een andere
methode, bijvoorbeeld een pH-meter.
7.1.5 Correctie van volumevermeerderingen
Als een groter volume van zuur of base gebruikt wordt om de
pH-waarde vooraf aan te passen, is een volumecorrectie van het
weergegeven resultaat vereist.
Voorbeeld: Om de pH-waarde van een watermonster van 100 ml
aan te passen, moet er 5 ml zuur toegevoegd worden. Het over-
eenkomstige weergegeven resultaat is 10 mg/l.
Totale volume
= 100 ml + 5 ml
Correctiefactor
= 105 ml/100 ml
Gecorrigeerd resultaat
= 10 mg/l x 1,05
FOUT
Vermenigvuldigingsfactor
100
50
20
10
4
2
= 105 ml
= 1,05
= 10,5 mg/l