6.3.5 Labfunctie
beperkte begeleiding voor de gebruiker in de "Profi-Mode"
De volgende informatie wordt altijd in de methodes opgeslagen:
1. methode
2. bereik
3. datum en tijd
4. differentiatie van resultaten
5. uitgebreide begeleiding voor de gebruiker
6. naleving van reactietijden (aftelproces).
Als de "Profi-Mode" actief is, biedt de fotometer slechts beperkte
begeleiding voor de gebruiker. De bovenstaande items 4, 5, 6 zijn
niet inbegrepen.
Druk op de toets [Mode].
Mode
5
0
Druk op de toetsen [Shift] en [5][0].
Shift
Bevestig met de toets
Dit scherm wordt weergegeven.
<Profi-Mode>
ON: 1
OFF: 0
Druk op de toetsen [Shift] en [0] om de
0
"Profi-Mode" uit te schakelen.
Druk op de toetsen [Shift] en [1] om de
1
"Profi-Mode" in te schakelen.
Dit scherm wordt weergegeven.
switched off
of
switched on
Bevestig met de toets
Opmerking:
U kunt in de "Profi-Mode" testresultaten opslaan. Wanneer u
resultaten heeft opgeslagen, verschijnt "Profi-Mode" ook op het
scherm.
De geselecteerde instellingen worden door de fotometer onthou-
den, ook als deze is uitgeschakeld is. Als u de fotometerinstelling
wijzigt, is er een nieuwe instelling vereist.
6.3.6 Gebruikersbediening
Lijst van gebruikersmethodes
Nadat u de fotometer ingeschakeld heeft, wordt een lijst van alle
beschikbare methodes automatisch op het scherm weergegeven.
Om deze lijst korter te maken, kan de gebruiker een lijst van
gebruikersmethodes bepalen volgens zijn eigen vereisten.
Na een update worden nieuwe methodes automatisch aan de lijst
van gebruikersmethodes toegevoegd.
De programmastructuur vereist dat de lijst van gebruikersmetho-
des minstens één actieve (ingeschakelde) methode bevat.
Daarom moeten eerst alle vereiste methodes geactiveerd worden
en moet dan de automatisch geactiveerde methode uitgescha-
keld worden als deze methode niet vereist is.
14
Lijst van gebruikersmethodes, aanpassing
Shift
<Method list>
selected: ●
toggle: F2
save:
cancel: Esc
<Method list>
>> 20 ● Acid demand
40 ● Aluminium
80 ● Bromine
...
>> 40 ● Aluminium
.
>> 40
>> 40 ● Aluminium
Opmerking:
.
Als slechts enkele methodes vereist zijn, raden wij aan om eerst
Modus 62 "Mlist all off" uit te voeren, gevolgd door Modus 60
"Method list".
Alleen de methodes die in de selectielijst van methodes verschij-
nen, worden met het bolletje [ ● ] gemarkeerd.
Alle Polynomen (1-25) en Concentraties (1-10) van de gebruiker
worden in de lijst van methodes weergegeven, zelfs als ze niet
door de gebruiker geprogrammeerd zijn. Methodes die niet door
de gebruiker geprogrammeerd zijn, kunnen niet geactiveerd wor-
den.
Lijst van gebruikersmethodes, alle methodes inschakelen
Deze modusfunctie activeert alle methodes. Nadat u de fotometer
ingeschakeld heeftt, wordt een lijst van alle beschikbare metho-
des automatisch op het scherm weergegeven.
Shift
<Mlist all on>
switch on all methods
YES: 1, NO: 0
Druk op de toets [Mode].
Mode
6
0
Druk op de toetsen [Shift] en [6][0].
Bevestig met de toets
Dit scherm wordt weergegeven.
Druk op de toets
De volledige lijst van methodes wordt weer-
gegeven.
Methodes met een bolletje [ ● ] naast het
methodenummer worden in de selectielijst
van methodes weergegeven. Methodes zon-
der een bolletje worden niet weergegeven.
Druk op de toetsen
methode in de weergegeven lijst te selecte-
ren.
Druk op de toets [F2] om tussen "active" [ ● ]
F2
en "inactive" [ ] te schakelen.
Aluminium
Selecteer de volgende methode, stel
F2
"active" of "inactive" in tot alle methodes de
gewenste instelling hebben.
Bevestig en bewaar met de toets
Druk op de toets [Esc] om te annuleren zon-
der op te slaan.
Druk op de toets [Mode].
Mode
6
1
Druk op de toetsen [Shift] en [6][1].
Bevestig met de toets
Dit scherm wordt weergegeven.
•
Druk op de toetsen [Shift] en [1] om alle
1
methodes in de selectielijst van metho-
des weer te geven.
•
Druk op de toetsen [Shift] en [0] om de
0
geldige selectielijst van methodes te
behouden.
De fotometer keert automatisch terug naar
het menu "Mode".
.
om te starten.
of
om de vereiste
.
.