Kenmerken van de nauwkeurigheid van de infusie
10 Kenmerken van de nauwkeurigheid van de infusie
De volgende test wordt uitgevoerd volgens de IEC60601-2-24:2012-norm. Hij wordt gebruikt om
de nauwkeurigheid van de infusie en de occlusierespons te controleren. (Voor gedetailleerde
testomstandigheden, zie de IEC60601-2-24:2012-norm.)
VOORZICHTIG:
⚫
De nauwkeurigheid van de infusie en de occlusierespons kunnen worden beïnvloed
door de gebruiksomstandigheden waaronder de druk, temperatuur, vochtigheid,
infusieset en infuusslang.
⚫
De nauwkeurigheid van de infusie houdt geen rekening met de klinische normen,
bijvoorbeeld de leeftijd en het gewicht van de patiënt en het gebruikte geneesmiddel.
⚫
De gegevens van het experiment stellen enkel de meetdata in het lab voor.
⚫
Om de nauwkeurigheid van de infusie te garanderen, wordt aanbevolen om de
infuusslang om de 8 uur te vervangen of te verplaatsen.
⚫
In de eerstefouttoestand mag de maximale fout in de infuusprecisie ± 40 % bedragen.
10.1 Debietkenmerken
Start-up- en Trumpetcurves geven de kenmerken van de infusiepomp weer nadat de injectie
begint en verandering van de status van de injectie nadat de infusiepomp een normaal debiet
bereikt.
De volgende testmethode wordt uitgevoerd volgens de methode vermeld in hoofdstuk
201.12.1.102 van de IEC 60601-2-24:2012-norm (zie het hoofdstuk hiervoor voor meer
informatie).
⚫
Voorwaarden voor nauwkeurigheidstest:
◼
Temperatuur: 21°C;
◼
Relatieve vochtigheid: 65%;
◼
Infusietype: MC(20d/ml), (B.Braun 20d/ml): 5 sets elk.
◼
Infuuspomp: 1 set
◼
Steekproefinterval: 0,5 min
◼
Testperiode: 120 min
◼
Testvloeistof: ISO 3696:1987 klasse III water
48 / 58