Instellen van de infusiepomp
7.1.7 Dripmodus instellen
⚫
Open de dripmodus, detecteer de dropsensor en tel de druppels tijdens de infusie.
VOORZICHTIG:
⚫
Als de dropsensor losgekoppeld is maar de dropmodus open is, produceert de pomp geen
dropsensor
7.1.8 Micromodus instellen
⚫
Nadat de micromodus is geselecteerd, kan de maximumsnelheid in de modus worden ingesteld.
7.1.9 Testniveau van de luchtbel
⚫
7 Het testniveau van de luchtbel van 25, 50, 100, 200, 300, 500, 800 (ul) kan worden
geconfigureerd. Een enkel volume van de luchtbel dat binnen 15 minuten wordt
geaccumuleerd, zal alarm slaan. Het testniveau van de luchtbel is standaard 25 ul.
VOORZICHTIG:
⚫
Als u de L-versnelling kiest om luchtbellen te detecteren, kan dat de patiënt hinderen
of in gevaar brengen, afhankelijk van de feitelijke klinische situatie. Kies de rechter
versnelling en kijk goed na of er onmiddellijk uitzonderlijke maatregelen moeten
worden genomen.
7.1.10 Bijna klaar (near finished)
⚫
Het 'NearFinished'-alarm gaat af wanneer de infusie bijna voltooid is. De duur vanaf het
afgaan van dit alarm tot de voltooiing van de infusie kan worden aangepast van 1 min tot 30
min (aanpassingsstap: 1 min). Standaard gaat dit alarm af 3 minuten voor de infusie
voltooid is.
7.1.11 Recente therapie
⚫
De laatste 20 therapieën worden geregistreerd. De geregistreerde therapie kan direct
gestart worden door een eenvoudige selectie.
31 / 58