Functiebeschrijving
Stel de stappenschakelaar zo in dat de weergegeven materiaaldikte
overeenkomt met het laswerk dat u moet uitvoeren.
Pistoolschakelaar loslaten en de lasfunctie selecteren
Na het loslaten van de pistoolschakelaar staat er geen spanning meer op de
uitgang.
Met behulp van de functiekeuzeschakelaar (zie fig. 2) kunt u nu de gewenste
lasfunctie selecteren: 2-takt, 4-takt, puntlassen of intervallassen.
Terwijl de functiekeuzeschakelaar op de functie „materiaaldikte" staat kan
u niet lassen.
De
aanduiding
van
programmakeuzeschakelaar op „hand" staat (omdat de aanduiding van de
materiaaldikte afhangt van de materiaalsoort en de draaddiameter, die bij
de selectie „hand" niet vastgelegd zijn).
Terwijl de pistoolschakelaar ingedrukt wordt staat de leegloopspanning op
de lasdraad. Let erop dat u het vrije uiteinde niet aanraakt of dat het contact
maakt met geleidende materialen.
De kenlijnen werden voor de horizontale positie (positie PB), voor eenzijdige
hoeknaden vastgelegd. Voor een andere naadvorm of laspositie is eventueel een
aanpassing van de energie (stappenschakelaar) en/of de draadsnelheid nodig.
3.4.2
2-Takt-functie
2-Taktlassen wordt aanbevolen om snel en gecontroleerd te hechtlassen en voor
manueel punten.
Verloop van de 2-Takt-functie:
e
1
takt – Pistoolschakelaar indrukken.
• Het magneetventiel voor het beschermgas wordt geopend.
• De lasspanning ligt aan de draadelektrode.
• De draadaanvoer loopt met gereduceerde snelheid aan (Draadstartvertraging
of Slow start).
• De vlamboog wordt ontstoken, de lasstroom vloeit.
• De draadaanvoer schakelt op de ingestelde snelheid over.
e
2
takt – Pistoolschakelaar loslaten.
• De draadaanvoer stopt.
• De lasstroom wordt na het verstrijken van de vrijbrandtijd uitgeschakeld.
• Het magneetventiel voor het beschermgas wordt na het verstrijken van de
gasnastroomtijd afgesloten.
3.4.3
4-Takt-functie
4-Takt-lassen wordt aanbevolen voor het lassen van langere lasnaden.
Verloop van de 4-Takt-functie:
e
1
takt – Pistoolschakelaar indrukken
• Het magneetventiel voor het beschermgas wordt geopend.
• De lasspanning ligt aan de draadelektrode.
de
materiaaldikte
werkt
niet
wanneer
de
15